De VOORZITTER zegt dat burgemeester en wethouders met het voeren van onder
handelingen doorgaan. De bedoeling van het voorstel is echter om na het even
tueel mislukken van langdurige onderhandelingen direct te kunnen optreden.
Het lid DEKKERS wijst op de grootte van het project en vraagt of het fi
nancieel is te realiseren.
De VOORZITTER kan de zorg van het lid dekkers delen. Wil de gemeente indus
trieën aantrekken dan dient zij er allereerst voor te zorgen dat de nodige gron
den bouwrijp worden gemaakt. Ha de verkoop komen immers de geinvesteerde gelden
weer vrij
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming het voorstel aangenomen.
16. Voorstel tot goedkeuring: van de rekening 1961 van de burgerlijke instelling
Haatschappelijke Zorg en tot voorlopige vaststelling van de rekening 1961
van de takken van dienst en van de gemeente.
De VOORZITTER deelt mede, dat de ingestelde commissie van onderzoek rapport
heeft uitgebracht, waarin zij mededeelt, dat het onderzoek geen aanleiding heeft
gegeven tot het maken van op- of aanmerkingen.
Zonder gedachtenwisseling en hoofdelijke stemming wordt besloten conform
het voorstel. De aanwezige wethouders onthouden zich van stemming.
17Aanbieding van de begroting 1965 van de gemeente en van de takken van dienst
Op voorstel van de VOORZITTER worden de twee afdelingen van de raad voor het
onderzoek van de begroting 1965 als volgt samengesteld:
afdeling 1de leden Dekkers, van den Bosch, van Spaandonk, den Braber, Vermeulen
en Achterberg.
afdeling 2: de leden Kessel, Ileijers, Brouwers, Braat en Lazeroms.
18. Voorstel tot toekenning van een eenmalig subsidie en tot verhoging van het
jaarlijkse subsidie aan de Stichting Katholieke School voor Amateuristische
Kunstbeoefening 59e wijziging gemeentebegroting 1964.
Het lid BRAAT gaat uitvoerig op dit voorstel in. Hij vindt in het algemeen
dat i.v.m. financiële toestand van de gemeente de nodige beperkingen beperkingen
aangelegd moeten worden. In het onderhavige geval gaat naar zijn mening de ver
hoging te ver en stelt dat door contributie-verhoging meerdere inkomsten moge
lijk zijn.
De VOORZITTER antwoordt dat het hoofdbestanddeel van het subsidie—bedrag
gevormd wordt door salarissen en sociale lasten. De algemene salarisverhogingen
van de laatste tijd zijn ook van toepassing voor de aan de school verbonden be
voegde leerkrachten.
Het lid BROUWERS stelt dat verhoging lesgelden uit sociale overwegingen ver
werpelijk is, omdat ieder kind in de gelegenheid moet zijn een culturele ontwik
kelingscursus te volgen. Verhoging der lesgelden zal tot gevolg hebben dat het
aantal leerlingen daalt.
Op een betreffende vraag van het lid Vermeulen deelt de VOORZITTER mede dat het
leerlingen-aantal rond 200 heeft geschommeld doch de laatste tijd is dit aantal
i.v.m. de beperkte middelen teruggelopen.
Het lid VERHEULEN oppert het idee een deel van het subsidie door het bestuur
te doen bestemmen voor de nodige propaganda en publiciteit.
De VOORZITTER zal deze suggestie doorgeven aan het bestuur der school.