-13-
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming de verordening vastgesteld.
19» Voorstel tot het verlenen van een garantie aan de Coöperatieve Industriële
Bouwvereniging Oudenbosch C.1.3.0.) u.a. gevestigd te Qudenbosch ten behoeve
van de haar aan te gane geldlening groot 390.000.met de Postcheque- en
Girodienst te Amsterdam.
Zonder gedachtenwisseling en hoofdelijke stemming wordt het voorstel aan
genomen.
20. Rondvraag.
Het lid BRAAT vraagt of het niet mogelijk is het jaarverslag op dezelfde
wijze samen te stellen en uit te geven zoals dat gebeurt in de gemeente Etten.
De raadsleden zijn dan in het bezit van een boekwerk waarin het gemakkelijk is
zich ten aanzien van een of ander punt te oriënteren.
De VOORZITTER merkt op da± vroeger de gemeentewet de verplichting inhield
tot het maken van een jaarverslag. Nadien is deze bepaling komen te vervallen.
Thans worden de voornaamste cijfers in een beknopte vorm weer in een verslag
vastgelegd. Deze gegevens worden ook in de notulen opgenomen,zodat de leden ten
allen tijde over deze cijfers kunnen beschikken.
Het lid KESSEL vraagt zich af of het geen zin heeft over te gaan tot demping
van de zgn. zwaaikom over de haven. Men zou dan de beschikking krijgen over een
groot parkeerterrein.
In dit verband wijst hij ook op het feit dat het aantal schepen dat de haven be
zoekt achteruit gaat.
De VOORZITTER betoogt dat Oudenbosch een van de weinige gemeenten is die
beschikt over een eigen haven waarlangs industrieterrein is gelegen. Deze
omstandigheid is meermalen uitgespeeld waar het ging om gelden aan te trekken
voor de verbetering van de zgn, industriële klimaat van de gemeente.
Het rijk heeft bepaalde bedragen beschikbaar gesteld voor de verbetering
van de kademuren en voor de uitdieping van de haven. Demping van de zwaaikom
zou voor een deel het nut van de rijksgelden te niet doen.
Voorts wil het hen doen voorkomen dat de ligging van de zwaaikom als par
keerterrein toch niet zo gunstig is.
Het lid ACHTERBERG vraagt of er licht komt in de publieke telefooncel.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
Het lid ACHTERBERG vraagt hoe de propaganda geschiedt voor het komende
T.B.C. onderzoek en of e£>n zekere sanctie kan worden opgelegd.
De VOORZITTER deelt mede dat het T.B.C, onderzoek dit maal zal geschieden
in een speciaal daarvoor ingerichte wagen. Tevoren krijgen alle betrokkenen
een kaart toegezonden. Deze wordt aan huis opgehaaldv Op de kaart moet bij niet
meedoen aan het onderzoek de reden hiervan worden opgegeven. De huisbezoekers
zullen bij de in ontvangst noming van de kaart trachten de niet deelneming tot
het uiterste te beperken. Dwang kan echter in geen enkel opzicht worden uitge
oefend
Het lid ACHTERBERG wil gaarne geinformeerd worden omtrent de plannen voor
oprichting van een eigen schoolgebouw ten behoeve van de levensschool.