Enkele leden gaan verder uitvoerig in op de situatie welke aan het nieuwe
plein zal ontstaan en waaraan consequenties zijn verbonden zoals aankoop rec-
toraats gebouw, aankoop winkel aan de Stoofstraat, het treffen van voorzieningen
aan de zijgevel van Fidei et Arti welke straks de voorkant van dit gebouw aan
het plein zal vormen.
Zij suggereren met het Kerkbestuur besprekingen te voeren of deze zelfs de voor
waarde op te leggen om de huidige zijkant te doen aanpassen aan het toekomstige
plein.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat het nu op de eerste plaats gaat om het
verkrijgen van de grond voor het plein met raadhuis en dat het rectoraat en de
winkel te zijner tijd kunnen worden aangekocht.
In de toekomst ziet hij voor Fidei et Arti qua ligging aan het plein gunstige
mogelijkheden.
Hij ontraadt echter het kerkbestuur eisen te stellen. Het ligt niet in de be
doeling van dit bestuur verder te gaan dan thans is overeengekomen. Het is nood
zaak dat snel wordt gewerkt mede in verband met de gestelde bepaling bij de
rijks goedkeuring nieuwe pastorie dat binnen zeer korte teïmijn met de bouw moet
zijn begonnen.
Het lid VERMEULEN had toch liever een bevestiging van het kerkbestuur
Fidei et Arti aan te passen aan de toekomstige ontwikkeling van plein.
Het lid ACHTERBERG beaamt dit met de mededeling dat, als het kerkbestuur
terzake niets laat doen de situatie blijft zoals die op het ogenblik is.
De VOORZITTER vreest dat dan de onderhavige zaak weer op de lange baan zal
worden geschoven.
Wethouder KEIJ meent dat de aanpassing in de loop der tijd wel in orde zal
komen daar bij het kerkbestuur de wens leeft iets aan het gebouw te gaan doen.
Zijnsinziens ontwikkelt zich dit vanzelf.
Het lid ACHTERBERG stelt dat het onderhavige voorstel alleen nog maar be
treft het verkrijgen van de grond. Is er op dit ogenblik al iets te zeggen wat
het geheel met aankoop rectoraat en winkel en bouw gemeentehuis zal gaan kosten,
hoe groot dit zal worden en hoe het staat met de plannen.
De VOORZITTER antwoordt dat in 1964 de nieuwe pastorie gebouwd kan worden
en in 1965 kan het plein gereed zijn. Voor het raadhuis is er op dit ogenblik
een schets waarover de meningen zich aan het vormen zijn. Hij verwacht in 1964
met concrete plannen te kunnen komen. Het gebouw zal een inhoud krijgen als
nodig is voor een gemeente van 20.000 inwoners. Hoewel de nodige soberheid in
acht zal worden genomen schat hij de totale kosten tussen 1 h. 2 miljoen gulden.
Het gebouw zou gerealiseerd kunnen worden in de jaren 1967 tot 1970.
Het lid KESSELS vraagt zich af of een duur gemeentehuis wel nodig is en of
dit niet gaat ten koste van andere noodzakelijke investeringen} lean het huidige
gemeentehuis niet verbouwd worden.
De VOORZITTER zegt dat het tegenwoordige raadhuis niet voldoet aan zijn
representatieve functie en dat de indeling voor diverse gemeentelijke diensten
onpractisch is. Verbouw zal eveneens veel geld kosten omdat dit gepaard zou
moeten gaan met uitbreiding naar achteren of op zij hetgeen ter plaatse niet
mogelijk is.
Bovendien moet men het nieuwe raadhuis zien als onderdeel van de stedebouwlcundige
voorziening rond de basiliek als representatieve functie van het centrum van de
gemeente.