Vergadering van de gemeenteraad on dinsdag. 10 december 1963 des avonds om 7.50 uur. Aanwezig de ledenj J.A.J.P. Keij, C.A. van Oosterhout, J.A.F.M. van Spaandonk, A.A.J.M. Braat, W.L.G. Brouwers, G.A. Dekkers, C.J.Th. Meijers, M.J. Verheijen, L.F. Achterberg, W.F. Vermeulen, A.P.P.M. Kessel en M.H.J. den Braber. Afwezig het lid» N. Vissenberg. Voorzitters B. Funk. Secretaris! J.F. van Hoek. 1Opening. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed. Hij brengt de groeten over van het lid Vissenberg die het momenteel rede lijk goed maakt. Hij stelt voor hem bij gelegenheid van het kerstfeest een fruitmand aan te bieden waartoe eenstemmig wordt besloten. Vervolgens wordt enige Ogenblikken stilte betracht ter herdenking van Pre sident Kennedy, Hierna spreekt de voorzitter de volgende reden uit ter herdenking van dft" 150-jarige onafhankelijkheid van het Koninkrijk: Mijne Heren, "Vandaag, 10 december 1963, is het preoies 150 jaar geleden dat voor West- Brabant het einde van de Franse overheersing was aangebroken en onze streek zich weer met de reeds bevrijde gewesten van het vaderland kon verenigen. Nadat name lijk op deze dag het Franse garnizoen de vesting Breda had ontruimd, namen binnen enkele dagen de Franse troepen en burgerlijke autoriteiten in heel West-Brabant de wijk. Slechts in de stad Bergen op Zoom wisten zij zich nog enkele maanden te handhaven. Op 15 deoember 1813 proclameerde de Souvereine Vorst officieel de hereniging van het arrondissement Breda met de Staat der Verenigde Nederlanden. Op 17 december benoemden de commissarissen van Zijne Koninklijke Hoogheid in Oudenbosch een nieuw gemeentebestuur, waarmee het herstel van de Nederlandse souvereiniteit in onze gemeente zijn beslag kreeg. De herdenking van de herrijzenis van de Nederlandse staat moet, zoals door H.K.H, Prinses Beatrix is betoogd, onder meer een bezinning zijn op wat in de laatste anderhalve eeuw is tot stand gebracht, op de vele verworvenheden vooral op sociaal, economisch en geestelijk terrein. Ook binnen het gemeentelijk bestel heeft zich in deze periode een ontwikkeling voltrokken, waarvan onze voorouders in 1813 nauwelijks hebben gedroomd. Dit geldt niet minder voor onze eigen gemeen te, wier wel en wee ons op de eerste plaats ter harte gaat. Daarom lijkt het mij vandaag passend even de blik terug te werpen en, dat' contrastwerking meestal een scherp en boeiend beeld geeft, wil ilc enkele ogenblikken de schijnwerper riohten op de toestand in Oudenbosch, 150 jaar geleden. f

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1963 | | pagina 58