-2- De VOORZITTER leest de brief van de Grontmij voor waarin staat dat 3 par keerplaatsen zullen worden aangelegd ter gezamenlijke grootte van 1025 m2. Het lid VERMEULEN wijst vervolgens op de wenselijkheid om tussen spoor lijn en toegangsweg een hek te zetten. De VOORZITTER zal deze kwestie nader bekijken en suggereert dat ook de bedrijvencommissie dit punt onder de ogen kan zien. Het lid ACHTERBERG informeert nog naar de mogelijkheid om het instructie- bad ook als badhuis te benutten. De VOORZITTER antwoordt dat deze aangelegenheid zal worden besproken in de bouwvergadering van 9 oktober a.s. Tot slot wordt besloten het crediet van 33.000,beschikbaar te stellen mits de bedrijvencommissie zich hiermede kan verenigen. 4. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woningen Polderstraat 19 en 21. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. 5. Voorstel tot verkoop van woning Wilhelminaplein 18. Zonder gedachtewisseling en hoofdelijke stemming wordt besloten deze wo ning te verkopen aan G.K.C. v.d. Riet voor de som van 18.200, 6. Voorstel tot vaststelling uitbreidingsplan in onderdelen industrieterrein langs de rivier de Mark. De VOORZITTER merkt op dat de industrieterreinen langs de spoorlijn en de rivier de Mark volledig hun bestemming hebben ontvangen. Naast het nieuwe ter rein aan de Bosschendijk is het ook van belang wederom industrieterrein te hebben aan het water. De thans voor industrie-vestiging aangewezen gronden hebben een oppervlakte van ca 20 ha. Er zijn 2 bezwaarschriften ontvangen en wel van de heer A. den Hollander Bornhemweg 96 en C. Rubbens Langeweg 7. Het lid DEKKERS wijst er op dat ook de andere hierbij betrokkenen tegen de aanwijzing van htm percelen tot industrie-terrein bezwaren hebben. Gezien het verloop van zaken in het verleden weet men dat de plannen toch doorgang zullen vinden. Zij vertrouwen erop dat een behoorlijke schadeloosstelling zal worden ontvangen. Het lid ACHTERBERG vraagt of deze wijziging van het uitbreidingsplan de goedkeuring zal verwerven wijl de percelen liggen in het recreatie-plan Noord- Brabant De VOORZITTER antwoordt dat de raad destijds zowel bij gedeputeerde sta ten als bij de Kroon bezwaren heeft ingebracht tegen het recreatie-plan Noord- Brabant. De bedoelde grond ligt echter in de 4e categorie, zodat in redelijkheid aangenomen mag worden dat deze wijziging wel de goedkeuring zal verkrijgen. Er is voorts nog vooroverleg geweest met de Provincie. Het lid KESSEL informeert naar de Mark-werken. De VOORZITTER zegt dat de gemeente hieromtrent in overleg is met het Heem raadschap van de Mark en Dintel. Er wordt gestreefd naar een gelijktijdige uit voering van de werken tot bouwrijpmaking van het terrein en van de werken tot verbetering van de rivier de Mark ter plaatse.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1963 | | pagina 45