-2-
De VOORZITTER deelt mede, dat hij zelf ook enigszins is verrast door
de snelheid waarmede deze belangrijke zaak tot een goed einde voor deze ge
meente is gebracht. Met het ETI in Tilburg is tijdens de onderhandelingen
een nauw contact geweest. Dit instituut heeft op grond van een uitgebreid
onderzoek in ieder opzicht gunstig geadviseerd. Als men geen enkel risico
wenst te nemen behoeft men niet te industrialiseren.
Vervolgens wijst hij erop dat de N-.V. Kores niet weg moet in Amsterdam,
maar de verplaatsing is nodig omdat in de hoofdstad des lands geen enkel
uitbreidingsmogelijkheid voorhanden is.
Het aan te trekken architectenbureau bezit in Nederland en in het bui
tenland een zeer goede naam. Men beschikt over zeer veel ervaringen ten
aanzien van de bouw van industrie-hallen. Vervolgens heeft het gemeentebe
stuur wat de keus van de architect betreft zich geheel afzijdig gehouden.
Tot slot stelt hij vast dat deze aantrekking van een nieuwe industrie
in feite toch niet zo verrassend is.
De gemeente Oudenbosch wil industrialiseren en als gevolg hiervan
voett het gemeentebestuur in die prijs een doelbewust beleid.
Wethouder KEIJ acht bij een bedrag van 2.000.000,het risico gro
ter dan b.v. bij een bedrag van 100.000,
De VOORZITTER antwoordt dat zo iets vanzelfsprekend is.
Hierna wordan de notulen van 21 juni 1963 zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
3. Ingekomen stukken.
Het dankschrijven dd. 3 juli 1963 van het lid Braat i.v.m. de ont
vangen attenties bij gelegenheid van zijn huwelijk wordt voor kennisge
ving aangenomen.
De VOORZITTER uit nogmaals woorden van felicitaties aan het adres van
het lid Braat.
4. Voorstel tot het verlenen van een bijdrage X fonds perdu ad 1000.
aan het jeugdwerk Jagers"/25e wijziging gemeentebegroting 1963.
Het lid ACHTERBERG steunt krachtig het voorstel van burgemeester en
wethouders. Bij lezing van het prae-advies krijgt men de indruk dat de
meeste elementaire zakenbij de jagers ontbreken. Hij vraagt zich af of zij
kans zien het ontbrekende bedrag te ontvangen.
De VOORZITTER gelooft wel dat zij door het voeren van enkele acties
aan het totaal bedrag zullen komen.
Het lid ACHTERBERG wijst in dit verband op het voorstel onder punt 5.
De een krijgt een houten gebouw terwijl de ander het nog erg moeilijk heeft.
De VOORZITTER bevestigt nogmaals dat na aanneming van het voorstel de
jagers aan het bedrag zullen komen wat zij nodig hebben voor de aanschaf
van de benodigde goederen.
Het lid KESSEL vraagt zich af of de plaatsing van het loodsje op de
hei geen gevaar met zich brengt. Hij denkt b.v. aan brandgevaar en aan de
mogelijkheid van vernieling.