Het lid BRAAT kan zich niet geheel verenigen met het voorstel van burgemeester
en wethouders. Spreker vindt het onbillijk ten opzichte van de andere winkeliers in
Oudenbosch, dat enkele zaken t.w, snoep-, tabak- en fruitwinkels ontheffing kunnen
verkrijgen van de verplichte zondagssluiting.
Hij is voor algehele Zondagssluiting.
Wanneer het voor alle winkeliers verplichtend wordt om Zondags gesloten te zijn,
gaat het publiek automatisch op andere dagen inkopen doen en behoeft men niet te
vrezen door deze sluiting 'n gedeelte van de omzet te verliezen.
Spreker wil dat de middenstand kan genieten van 'n vrije zondag, waar zij recht op
heeft. Voorts merkt hij op dat de fruitwinkel tegenover het ziekenhuis beslist
geen nadeel kan hebben van de zondagssluiting, daar het bezoekuur pas in de namid
dag wordt gehouden en dus legaal, tot op heden 's-middags geen fruit mocht worden
verkocht.
Hij stelt voor de bezoekers van het ziekenhuis de gelegenheid te bieden aan 'n daar
te plaatsen stand of kraam fruit te kopen en deze te verpachten onder de middenstand.
Hij is het eens met de minister van economische zaken in zijn missieve van 9 juni
1961 om alle zaken op zondag te sluiten.
Tot slot stelt hij voor om, in tegenstelling met het voorstel van burgemeester en
wethouders, een algehele zondagssluiting in te voeren.
Het lid VAN SPAANDONK is voorstander van het voorstel van burgemeester en wet
houders hetwelk is gebaseerd op het advies van de Kamer van Koophandel, welke een
enquête heeft ingesteld onder de middenstand.
Het lid VERHEIJEN is eveneens voor het voorstel van burgemeester en wethouders.
Het lid KESSEL vindt het onredelijk dat de winkeliers, welke van de zondagsslui
ting ontheffing kunnen verkrijgen moeten werken, terwijl de anderen kunnen genieten
van hun vrije zondag. Naar zijn mening kunnen de mensen in plaats van op zondag,
heel gemakkelijk hun inkopen op zaterdag doen. Hij wil een algehele sluiting of
niets sluiten.
Het lid VERMEULEN is het hiermee eens.
De VOORZITTER zegt dat het voor burgemeester en wethouders moeilijk was waar
de grens te trekken met betrekking tot welke zaken al dan niet onder de zondags
sluiting moesten vallen.
De raad moet tenslotte het laatste woord in deze spreken. Hij zegt, dat burgemeester
en wethouders het advies van de Kamer van Koophandel hebben overgenomen, die onder
de Oudenbossche winkeliers een enquête heeft ingesteld. Nadrukkelijk wijst hij er
nog op dat, wanneer het raadsbesluit tot een algehele winkelsluiting op zondag
koninklijk is goedgekeurd, dit onherroepelijk is.
Het lid BRAAT zegt, dat er praktisch geen speciaalzaken meer zijn. Hij vindt het
een oneerlijke concurentie als de een open mag zijn en de ander niet. Wanneer bepaald
wordt dat alle winkels gesloten moeten zijn is er niets meer aan de hand. Hij wijst
erop dat door de invoering van de vrije zaterdag de mensen in de gelegenheid zijn
gesteld om op deze dag in plaats van op zondag hun inkopen te doen.
Wethouder VAN OOSTERHOUT merkt op dat de sluiting op zondag in zijn geheel ge
nomen toe te juichen is. De door het college van burgemeester en wethouders voor
gestelde uitzonderingen achtte hij toch wel billijk. Bepaalde zaken zouden zijns
inziens bij een algehele sluiting beslist schade lijden.
Het lid VAN SPaaNDONK vraagt zich af waarom men nu plotseling een algehele
zondagssluiting wil, terwijl er vroeger zoveel is gedaan om de winkels op zondag
morgen geopend te mogen laten.