-5-
Wel zal de gemeente als uitdrukkelijke voorwaarde stellen, dat eerst het pand
volledig dient te worden ontruimd alvorens het geld op tafel zal komen.
De voorzitter geeft nog een uitvoerige toelichting omtrent de verschillende
detailpunten. Resumerende stelt hij voor:
a, aan te kopen het pand Molenstraat 144» kadastraal bekend deze gemeente, sectie
G 620, groot 1087 m2, eigendom van de heer F. Marijnissen, voor de som van
17.525»- inclusief schadeloosstelling, doch exclusief eventuele belastingschade
b, om niet te ruilen de percelen kadastraal bekend gemeente Hoeven, sectie G
519 en 520, respectievelijk groot 1.71.80 ha en 1,08,30 ha, eigendom van de
gemeente Oudenbosch, voor het perceel kadastraal bekend gemeente Oudenbosch,
sectie C 920, groot 0.58,30 ha, eigendom van het R,K, Kerkbestuur van de H.H.
Agatha en Barbara, te Oudenbosch;
c, te verkopen aan F. Marijnissen 1100 m2 van het perceel sectie C 920, kadastraal
bekend deze gemeente, voor de som van ƒ2,- per m2.
Burgemeester en wethouders zullen het overblijvende deel van het perceel C 920
aan betrokkene verhuren voor 100,- per ha. Marijnissen zal ook toestemming krijgen
om het pand Molenstraat 144 te slopen. Hiervoor zal hij een door de technische
dienst te schatten bedrag dienen te betalen. De kwestie van de petroleum- opslagplaats
van den Ouden zal door Marijnissen zelf worden opgelost.
De voorzitter vraagt of door de leden nog nadere toelichting gewenst wordt.
Het lid DEKKERS zou gaarne willen weten wat Marijnissen met de grond van
perceel sectie C 920 gaat doen.
De VOORZITTER zegt, dat op de door Marijnissen aan te kopen grond opstallen
zullen worden opgericht ten behoeve van zijn bedrijf, terwijl de resterende grond
door hem bewerkt zal worden, hetgeen hij op heden ook reeds doet.
Het lid TOLHUIZEN vraagt of het door de voorzitter genoemde bedrag berust op
een rapport.
De VOORZITTER antwoordt dat zulks inderdaad het geval is. De centrale commissie
voor de onteigeningsvergoodingen heeft dit rapport samengesteld.
Het lid TOLHUIZEN vraagt zich dan af of het wel volkomen verantwoord is op
basis van dit rapport met betrokkene te onderhandelen. De oommissie is er in het
rapport toch vanuit gegaan, dat Marijnissen een nieuwe woning moest gaan bouwen.
In praktijk gebeurt dit helemaal niet.
De VOORZITTER zegt, dat dit juist is, maar hij gelooft toch niet, dat de
cijfers hierdoor veel anders zouden komen te liggen. Burgemeester en wethouders
hebben dan ook gemeend op basis van dit rapport met betrokkene in onderhandeling te
moeten treden.
Het lid van ELZAKKER vindt dat alles zeer gunstig ligt voor Marijnissen.
Mocht betrokkene niet bereit zijn tot accoordverklaring, dan geeft hij burgemeester
en wethouders in overweging de onderhandelingen maar stop te zetten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Het lid VERHEIJEN informeert welke bedoelingen het gemeentebestuur heeft met
de woning Stoofstraat 18. Volgens genoemd lid wordt momenteel de woning gesloopt
door de jeugd»
De VOORZITTER zegt, dat heden burgemeester en wethouders opdracht hebben
verstrekt genoemde woning te slopen.
