-5- 6» Voorstel tot onbewooribaarverklaring van de woniru-ren Kalishoek 55. Brouwerijstraat 26 en Molenstraat 80. Het lid VISSENBERG aegt dat in de Brouwerijstraat meer slechts panden staan, die evengoed in aanmerking komen voor onbewoonbaarverklaring. Als een huurder niet al te best kan opschieten met de eigenaar, dient hij spoedig een klacht in over de woning, met als gevolg dat deze wel onbewoonbaar wordt verklaard. Wordt een slecht huis bewoond door de eigenaar, dan zal dikwijls geen onbewoonbaarverklaring volgen. Deze gang van zaken juicht hij niet toe. De VOORZITTER deelt mede, dat inderdaad na ontvangst van een klacht de woning wordt onderzocht. Het resultaat van dit onderzoek is dan meestal ofwel het verzenden van een aanschrijving tot het aanbrengen van bepaalde voorzieningen, ofwel een voorstel aan do raad tot onbewoonbaarverklaring. In het laatste geval wordt vooraf advies ingewonnen van de inspectie der volkshuisvesting. Het lid VISSENBERG beklemtoont de verplichting van een huurder om een woning netjes te bewonen en ook zelf het huis enigszins te onderhouden. De VOORZITTER acht het een morele verplichting van het gemeentebestuur om na ontvangst van een schriftelijke klacht over een woning een onderzoek ter plaatse in te stellen. Het lid VISSENBERG vraagt of het niet mogelijk is pas een onderzoek naar de onbewoonbaarverklaring van een woning in te stellen, nadat het pand ontruimd is. De VOORZITTER wijst erop, dat een eigenaar de indiening van een klacht kan voorkomen door tijdig noodzakelijke voorzieningen te doen aanbrengen. Het lid DEKKERS heeft het pand Brouwerijstraat 26 gezien. Van buiten zag het er niet al te slecht uit. Van binnen kan echter de woning zeer goed verschillende ge breken tonen. Bestaat niet de mogelijkheid om de eigenaar te verzoeken de woning te verbeteren» De VOORZITTER zegt dat zulks inderdaad mogelijk is, maar de procedure, voorge schreven in de woningwet en de bouwverordening, moet hierbij worden gevolgd. Het lid TOLHUIZEN merkt op dat de woning Brouwerijstraat 26 voor onbewoonbaar verklaring in aanmerking komt door de slechte staat (vocht) van het pand. In dit verband betreurt hij de geringe toewijzing van woningwetwoningen voor 1960. De VOORZITTER onderstreept de uitlating van de voorgaande spreker over het bouwvolume 1960. Het gemeentebestuur heeft zich reeds in verbinding gesteld met de gedeputeerde staten om alsnog te trachten een verhoging van het contingent te ver krijgen. Het lid TOLHUIZEN vraagt - verwijzende naar de nieuwjaarsrede van de voorzitter - of een gezamenlijk optreden van de West-Brabantse gemeentebesturen teneinde meer bouwvolume te verkrijgen ter opruiming van de vele krotten in West-Brabant betere resultaten zal opleveren. Men wil industrialiseren, maar dan is een verbetering van fle volkshuisvesting harde noodzaak. De vele onbewoonbaar verklaarde woningen, die jammer genoeg nog geruime tijd moeten worden bewoond, vindt hij een nogal pijnlijke zaak. De VOORZITTER kan het betoog volledig onderschrijven en hoopt dat dit woord om samenwerking via de pers weerklank moge vinden. Vervolgens wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aanvaard.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1960 | | pagina 5