-3~
Aantal leerlingen, c.o. loden aan:
school voor amateuristische kunstbeoefening
openbare uitleenbibliotheek
R.K, streeklevensschool
Culturele kring
197
486
47
189
Tot zover de cijfers.
Uit een en ander zal u gebleken zijn, dat 1959 met betrekking tot de volks
huisvesting een moeilijk jaar is geweest en dat de perspectieven op dit gebied
uitermate somber moeten worden genoemd. Hoewel Oudenbosch hier het lot van tal van
andere gemeenten moet delon, kan toch ontegenzeggelijk betoogd worden dat bij een
aanwezigheid van een groot percentage krot- en slechte woningen en bij een bij
voortduring groeiende bevolking een aanmerkelijk hoger aantal woningwetwoningen
gebouwd dient te worden dan ons thans mogelijk wordt gemaakt. Het is dan ook een
van onze allereerste taken waar mogelijk verhoging van dit contingent met klemmende
argumenten te bepleiten.
Voor wat betreft de industrialisatie is u uit de cijfers gebleken dat het
aantal werkkrachten, zowel mannelijke als vrouwelijke in de plaatselijke industrieën
in. 1958 enigszins is opgelopen en wel in totaal van 893 - 918. Van dit totaal
aantal werkkrachten zijn er 428 woonachtig in Oudenbosch en komen er 490 van elders.
Hieruit blijkt andermaal het streekkarakter van de plaatselijke industrie. In
weerwil van dit en vele andere feiten is het tot dusver niet gelukt de minister van
economische zaken tot de overtuiging te brengen dat aanwijzing van Oudenbosch als
kerngemeente mede met het oog op de streekbelangen ten zeerste gewenst zou zijn.
Diverse malen is hierover te bevoegder plaatse gediscussieerd en geadresseerd.
De afwijzende houding van de minister komt in hot kort hierop neer dat Oudenbosch
niet binnen de normei valt voor deze aanwijzing en dat een uitzondering op deze
gedragsregel tal van consequenties zou oproepen.
Blijkens vroegere en ook weer heden aan uw raad voorgelegde voorstellen tot
verkoop van door do gemeente gestichte industriegebouwen, kan echter met feiten
worden aangetoond dat de initiale maatregelen, die do gemeente op dit gebied heeft
genomen alle volledig gemotiveerd zijn geweest en dat de primaire vestigingsmogelijk
heden die van gemeentewege zijn gecreëerd, voor de naar hier gekomen industriëlen
mede aanleiding hebben gevormd zich definitief in Oudenbosch te vestigen.
Nu de gebouwen praktisch 111e in particuliere handen zijn overgegaan, rest het
gemeentebestuur nog de wens dit lot ook beschoren te zien aan de industrieterreinen
die thans nog niet haar uiteindelijke bestemming hebben bereikt, hoewel zij uiter
mate gunstig gelegen zijn. Een geboden noodzaak zal hier echter bij zijn dat de
gemeente geen ongelijke concurrentiestrijd behoeft te voeren.
Ik meen dan ook dat ook van deze plaats met recht en reden een beroep kan worden
gedaan op de rijles- en provinciale instanties om de gemeente de helpende hand te
bieden bij de realisatie van haar industrialisatie-plannen, welke destijds met veel
dlan en grote investeringen van rijks-, provinciale en gemeentelijke zijde is
gestart. In totaal is ongeveer anderhalf millioen gulden voor verbetering van het
vestigingsklimaat aangewend. Het zou nu wel een zeer betreurenswaardig resultaat zijn
als deze golden niet terug zouden komen. Uit het feit dat de gebouwen reeds vrijwel
verkocht zijn, blijkt wel dat de mogelijkheid van nieuwe vestiging geenszins is
uitgesloten, mits hiertoe maar enige faciliteiten geboden kunnen worden.
Wellicht kan een wijziging van 's ministers standpunt dan wel een daadwerkelijke
terhandneming van de uitvoering van het West-Brabantplan de helpende hand bieden.
Zeer zeker mogen we ook niet voorbijzien het feit dat naast uitvoering van rijksweg
17 het Moerdijkkanaal weer actueel gaat worden. Moge hier nu eens eindelijk de hand
aan de ploeg gezet worden. Tot welzijn van streek en plaats willen we dit hart
grondig bepleiten.