-2- De VOORZITTER deelt mede, dat reeds verschillende pogingen zijn ondernomen* Er zijn versoeken ingediend bij de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen en van economische zaken, het voltallige college van burgemeester en wethouders heeft een onderhoud gehad met de heer Philippart, lid van gedeputeerde staten, kortom er is terzake al van alles geprobeerd, doch het resultaat blijft nihil* Wethouder van OOSTERHOUT uit zijn verontwaardiging over deze gang van zaken. Hij wijst er op dat bedrijven naar Oudenbosch zijn gekomen met behulp van de oude premieregeling» Diverse ondernemingen breiden zich uit met als gevolg aantrekking van nieuw personeel. Woningen om deze personen te huisvesten kan Oudenbosch op dit ogenblik vrijwel niet aanbieden. De situatie is zo, dat aan de gemeente Etten tal rijke woningen worden toegewezen en aan Oudenbosch nog niet £dn. Hij acht dit een on rechtvaardig beleid* Hij stelt voor een scherp en duidelijk protest hiertegen te laten horen bij de daarvoor in aanmerking komende instanties. Het lid van SPAANDONK schaart zich achter wethouder van Oosterhout. De VOORZITTER kan zich hiermee wel verenigen. Er zijn echter al heel wat stappen gezet om het contingent woningwetwoningen 1960, dat slechts bestaat uit 6 huizen, te verhogen. Met een ambtenaar van het departement van O.K. en W. is ook besproken de huisvesting van de leraren aan de H.B.S,, de lagere technische school, ulo-scholen enz. Ook dit vraagstuk brengt veel zorgen mee. De betrokken ambtenaar begreep ten volle de grote moeilijkheden en heeft alle medewerking toegezegd. Het ministerie van O.K. en W, is echter geheel afhankelijk van de minister van volks huisvesting en bouwnijverheid, die de aantallen te bouwen woningen vaststelt. Het bouwen in de vrije sector geschiedt in Oudenbosch slechts door zeer weinigen, zodat van die zijde niet veel heil is te verwachten. Zij, die een huis in de vrije sector willen bouwen, kunnen vermoedelijk rekenen op een garantie van de gemeente ten aanzien van de door betrokkenen aan te trekken hypothecaire geldlening. In dit geval zal de hypothecaire lening kunnen gaan tot 85van de stichtingskosten, zodat slechts 15/0 op andere wijze zal moeten worden gefinancierdBurgemeester en wethouders zullen ook trachten de door verkoop van woningen vrijkomende gelden opnieuw te investeren in de woningbouw. Het lid "VERMEULEN verklaart zich tegenstander van de indiening van een protest. Volgens hem zal dit niet veel helpen. De VOORZITTER is van oordeel dat men niet direct goude bergen moet verwachten. Van de andere kant zal de indiening van het protest ook geen nadeel berokkenen. Wethouder van OOSTERHOUT kan het geluid van het lid Voimeulen niet goed begrijpen. Juist van die zijde had hij gerekend op alle steun. De VOORZITTER stelt ten slotte voor een dringend verzoek om meer woningen in te dienen, zowel bij de minister van economische zaken als bij het college van gedeputeerde staten. Hierin moet worden weergegeven de grote teleurstelling over de woningtoewijzingen in het bijzonder voor een plaats als Oudenbosch, die vroeger met steun van rijk en provincie industrieën heeft kunnen aantrekken. De gestadige groei van deze onder nemingen maakt het noodzakelijk dat Oudenbosch in de gelegenheid wordt gesteld woningen te kunnen bouwen voor het personeel dier ondernemingen» Het lid VERMEULEN vraagt nog inlichtingen over de mogelijkheid tot woningbouw door de bedrijven zelf. Wel wil hij nu reeds wijzen op de moeilijkheid, welke ontstaat indien een per soneelslid het bedrijf verlaat. De betreffende woning zou dan direct door betrokkene moeten worden ontruimd.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1960 | | pagina 32