-2-
Het lid van ELZAKKER vraagt of do mogelijkheid bestaat van subsidiëring door
de provincie.
De VOORZITTER meent dat zulks niet mogelijk is.
Na enige discussie wordt zonder hoofdelijke stemming besloten een bijdrage van
50/° in het tekort te verlenen tot maximaal 800,-.
De VOORZITTER deelt voorts mede, dat gedeputeerde staten machtiging hebben
verleend tot het doen van de uitgaven ten behoeve van de bouw van een tennispaviljoen
zomede tot de oprichting van een clubgebouw op het gemeentelijk sportpark.
4. Voorstel tot onbewoonbaarvorklaring van de woning Kade 27
Dienovereenkomstig wordt zonder gedachtenwisseling en hoofdelijke stemming
besloten.
5. Voorstel tot verkoon van grond
Het lid EROUWER merkt op dat er bij de voorgenomen verkoop van gronden aan
J.J. Lako, M.J, Hellemons en de firma Gebr. Hellemons een geschilpunt is gerezen,
hetwelk voortvloeit uit reeds vroeger aangekochte grond.
De VOORZITTER zet uiteen dat de landmeter van het kadaster de te verkopen
stroken grond ter plaatse heeft opgemeten en dat het voorstel van burgemeester en
wethouders geheel hierop is gebaseerd.
Het lid van ELZAKKER meent te weten dat de gemeente eerst aan Lako de verkoop
van 80 rn2 heeft aangeboden. Hierbij is uitgegaan van een wegbreedte van 2.60 m.
De heer Lako is echter van oordeel dat hij hiervan reeds in zijn bezit heeft een
strook grond ter breedte van 60 cm, zodat bij de verkoop uitgegaan moet worden van
een wegbreedte van 2 m.
De VOORZITTER zegt dat bij de oplossing hoeveel m2 precies moet worden verkocht,
uitgegaan moet worden van een scheidingslijn in het terrein. De landmeter heeft
deze vastgesteld. De grond, gelegen aan de zijde van het woonhuis van Lako wordt
aan genoemde persoon verkocht en de strook aan de andere zijde van de scheidingslijn
aan Hellemons.
Het lid van ELZAKKER brengt nogmaals naar voren de gedachte van de heer Lako
inzake het kopen van een strook grond met een breedte van slechts 2m, ofschoon nu
is uitgegaan van een breedte van 2.60 m. De heer Lako betwijfelt sterk of de opmeting
van de landmeter juist is geweest. Hij hoeft daarom via, de notaris hermeting aange
vraagd.
De VOORZITTER deet de suggestie het resultaat van de hemeting a.f tewachten.
Wethouder van OOSTERHOUT betoogt dat men zich moet richten naar de meting van de
landmeter, die daarvoor toch de bij uitstek deskundige persoon is.
De VOORZITTER brengt naar voren dat de gemeente reeds diverse malen heeft ge
tracht tot een duidelijke oplossing in deze zaak te komen. Jammer genoet is het nog
niet gelukt.
Het lid TOLHUIZEN vraagt of men toch niet uit de moeilijkheden kan komen, gelet
op het feit dat Lako zelfs 80 m2 wil kopen.
De VOORZITTER antwoordt dat de strook grond rechts van de scheidingslijn volgens
de landmeter 64 m2 bedraagt.
Het lid van ELZAKKER acht het geenszins uitgesloten dat bij de 2e meting door
de landmeter de strook grond toch 80 m2 groot zal blijken.