Wethouder van OOSTERHOUT is oveneens v<5<5r samenwerking. Indien persoonlijke belangen ter zijde worden gesteld en men stelt zich geheel in op de ontwikkeling van West—Brabantwaarvan de bevolking de vruchten kan gaan plukken, dan ziet spreker inderdaad voor dd nieuwe stichting een grootse taak weggelegd. Enkele bezwaren heeft hij echter togen de huidige vorm van de stichting. Op do eerste plaats dienen niet de burgemeesters als burgemeester in de stichting zitting te nemen, doch als vertegenwoordigers van hun gemeenten. Dit houdt dus in, dat ook een ander persoon als vertegenwoordiger van de gemeente in hot stichtingsbestuur zitting kan hebben. Op de tweede plaats zijn in het stichtingsbestuur te weinig plaatsen voor de vertegenwoordigers van de kleine gemeenten. Verder heeft spreker 15e1 enige bedenking tegen enkele initiatiefnemers, omdat deze personen positief getoond hebben, dat zij in het verleden niet altijd de streekbelangon op de eerste plaats voor ogen hebben gehad. Ook is hij bang, dat de stichting meer een overheidsorgaan zal worden en geen particulier orgaan, wat hij veel liever zou zien. De stichting zou het geestelijk eigendom dienen te zijn van de gehele West-Brabantse bevolking. Dan kan werkelijk iets moois en groots tot stand worden gebracht. Spreker wil nog een waarschuwing laten horen, n.l. niet te veel en niet te lang te studeren. Men moet zo spoedig mogelijk trachten een begin te maken met de realisatie van het Kreekrakplam, Indien de stichting op deze basis zal gaan werken, dan heeft spreker geen onkel bezwaar en is hij in het belang van de ontwikkeling van West-Brabant een vurig voorstander. Het lid TOLHUIZEN is hot in beginsel eens met do oprichting van oen stichting ter bevordering van de ontwikkeling van West-Brabant. Spreker is met wethouder van Oosterhout van gevoelen dat do vertegenwoordiging in de stichting van de kleine gemeenten te wensen overlaat. Waarom alleen de grote gemeenten. Het gaat toch om geheel West-Brabant. Dus ook vertegenwoordigers van de kleinere gemeenten in het bestuur. Spreker zo u ook gaarne worden geïnformeerd hoe uiteindelijk dit samengaan van do verschillende gemeenten is tot stand gekomen. Tevens verneemt hij gaarne hoe do voorzitter denkt omtrent de vertegenwoordiging van de kleine gemeenten. De VOORZITTER zegt dat ongeveer een jaar geleden bij de gehouden "Brabantdag" te Bergen op Zoom in eerste instantie over deze samenwerking werd gerept. Burgemeester Alberts van Rucphen komt de eer toe een eerste positieve stap in deze richting te hebban ondernomen. Genoemde burgemeester heeft contacten gelegd met de verschillende gemeenten. ®ok de hoer Assmann van Roosendaal heeft op dit punt zijn sporen verdiend. Naast vertegenwoordigers van de gemeenten kunnen ook andere personen c.q, instanties voor zitting te nemen in hot bestuur worden aangetrokken. De voorzitter denkt hier o.a. het Opbouworgaan, E.T.I, en Sobi. In de pers zal hier morgen uitvoerig aandacht aan worden geschonken. Voor zover hem bekend, zullen inderdaad ook de kleine gemeenten een belangrijke vertegenwoordiging kri jgen in hot stichtingsbestuur. Spreker dacht dat 5 kleine gemeenten naast do 4 grote gemeenten een zetel kregen toegewezen. Het lid van ELZAKKER is uiteindelijk ook wel voor de nieuwe stichting. Hij wil er echter enige restricties aan verbinden en wel: 1t redelijke vertegenwoordiging van de kleine gemeenten; 2. wie het best geschikt is, moet in het bestuur van do stichting kunnen worden aangetrokken; 3. het streven van allen moet gericht zijn naar welvaartsbevordering van geheel West-Brabant. Dus niet alleen de grote steden, maar ook het platteland. Tenslotte waarschuwt hij, dat wij ons door do oprichting van de nieuwe stichting niet in slaap moeten laten wiegen, doch dat wij ook als gemeente Oudenbosch diligent dienen te blijven. Het gemeentelijk leven moet normaal doorgang vinden, o.a, aan trekken industrie en uitvoering openbare werken etc. r /J ii ii

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1960 | | pagina 21