4 Onontbeerlijk hierbip zal zijn de steun van rijks- en provinciale instanties, welke ik reeds van deze plaats af volgaarne inroep. Indien wij deze medewerking en steun verkrijgen, zal van ons zelf als gemeentelijke bestuurders echter ook veel werk, toewijding en volharding gevraagd worden. Wij zullen de economische en maatschappelijke mogelijkheden en urgenties moeten onderkennen en nastreven. Onze taak zal zijn Oudenbosch dat reeds 7 jaar ontwikkelingsgebied is tot een werkelijk ontwikkeld gebied te maken» De industriële aanzet en het geschapen maar nog niet voltooide klimaat, z« 1 een basis moeten vormen voor verdere uitgroei en bloei van plaats en streek. Details wil ik nu nog niet noemen, doch ik houd mij er van overtuigd, dat u regelmatig voorstellen zullen bereiken, die ten doel hebben dit alles mede te verwezenlijken» Gezien de vooruitstrevendheid die uw raad in de afgelopen jaren aan de dag heeft gelegd, houd ik mij er van verzekerd, dat deze bij u een gewillig en instemmend gehoor zullen vinden, opdat wij met gezamenlijke krachtsinspanning en met Gods onmisbare zegen een tijd tegemoet zullen gaan, waarin de achterstand van westelijk Noord-Brabant voorgoed tot het verleden zal behoren en hier de hamer en het lied van de arbeid naar hartelust zullen klinken tot heil van stad en gewest. Met deze wens en een beroep op de medewerking van u, en allen die in administratieve of technische zin of op enigerlei andere wijze bij het behartigen van onze zaak be trokken zijn, verklaar ik deze eerste vergadering in 1959 gaarne voor geopend en wens ik u allen - zij het vrij laat - een gezegend en voorspoedig 1959 toe," 2. Notulen t Het lid VISSENBERG bespreekt de kwestie van de aanschaffing van een verwarmings— installatie voor de ruimte waarin zich bevindt de mijngasapparatuur. Hij vraagt zich af waarom dit niet is behandeld in de bedrijvencommissie. Men had dan ook na kunnen gaan of geen andere oplossing mogelijk was. Hij dacht hierbij aan een aansluiting via de verwarming van het badhuis. De VOORZITTER deelt mede, dat de raadsleden van deze kwestie op de hoogte zijn gebracht via een brief, omdat er spoed diende te worden betracht. Hij zegt voorts dat burgemeester en wethouders wel hebben nagegaan of een betere oplossing bereikbaar was, door middel van een verbinding met de verwarming van het badhuis. De directeur i van gemeentewerken heeft toen omstandig uiteengezet dat zulks niet aan te bevelen is. Het lid van ELZAKKER verklaart dat hij na ontvangst van de brief even overleg heeft gepleegd met de directeur. Een andere oplossing dan de voorgestelde bleek niet j mogelijk te zijn. Het lid TOLHUIZEN brengt naar voren dat z.i, de bedrijvencommissie op korte termkjn over deze aangelegenheid had gehoord kunnen worden. Na enige discussie stelt de VOORZITTER voor dit punt alsnog te doen bespreken in de bedrijvencommissie, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Hierna worden de nctulen van de vergadering van 31 december 1958 zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. 5. Ingekomen stukken Ingekomen zijn» 1» brief dd. 30—1—59 van de districtsgezondheidsdienst Roosendaal met begroting 1959 van deze dienst en de daarbij behorende memorie van toelichting; 2. brief dd. 3-2-59 van de instelling ten behoeve van het bijzonder buitengewoon lager onderwijs en de nazorg in Roosendaal en omgeving, met de begroting 1959 van deze instelling en de daarbij behorende memorie van toelichting. Beide stukken worden zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1959 | | pagina 4