1
Het lid van ELZAKKER vestigt de aandacht op de mogelijkheid tot afsluiten van
herbouw-verzekeringen en acht het wenselijk dat in de toekomst de gemeente-eigendommen
regelmatig zullen worden geherwaardeerd.
De VOORZITTER merkt op, dat dit thans ook reeds gebeurt, doch dat men bij brand
altijd nadeel heeft.
Wethouder KEIJ brengt naar voren dat wanneer een gebouw geheel afbrandt, bij de
herbouw een andere constructie kan worden toegepast, zodat men dan wellicht met de
assurantievergoeding kan toekomen, In het onderhavige geval moet echter het afgebrande
gedeelte wederom in zijn vroegere toestand worden teruggebracht
Het lid van ELZAKKER kan zich de gang van zaken zeer goed indenken en voegt hieraan
toe, dat zijn opmerkingen bedoeld waren met het oog op mogelijke toekomstige gevallen.
Het lid TOLHUIZEN informeert wie in dit geval de assurantie-premie betaalt.
Het antwoord van de VOORZITTER, dat deze door de gemeente wordt betaald en door
haar weer ten laste van de huurkoper wordt gebracht, geeft hem aanleiding op te merken,
dat het dan toch inconsequent aandoet, dat bij onderverzekering de gemeente dan de
schade moet dragen.
De VOORZITTER antwoordt, dat hier juridisch bezien sprake is van een gewone
huurovereenkomst. Het verschil bestaat hierin, dat op de duur hieruit een eigendoms
overgang zal voortvloeien.
lien moet in het onderhavige geval het economisch aspect niet voorbijzien, n.l. de
bevordering der industrialisatie. Voor huurkoopwoningen wordt bijv. een speciale
risico-reserve gevormd.
Het lid van ELZAKKER wil toch even benadrukken dat de huurkopers van industrie
hallen bijzondere voorrechten genieten.
Het lid TOLHUIZEN Had het juister gevonden wanneer de assurantie-maatschappij de
schade hafl bepaald naar verhouding van het verbrande gedeelte tot het gehele gebouw.
Ook het lid van ELZAKKER is van mening dat de verzékerings-maatschappij wel een
enigszins royaler standpunt had kunnen innemen.
Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Vooystel tot het garafaderen van rente en aflossing van een door de rechtspersoon—
■lilMieid bezittende instelling "St. Elisabethsgesticht Oudenbosch" aan te gane geld
lening.
Het lid TOLHUIZEN informeert of deze garaht-verklaring op dezelfde regelipg
steunt als die voor de woningbouw.
De VOORZITTER antwoordt dat dit een apart geval is. Deze garant—verklaring is van
belang met het oog op de volksgezondheid en zal naar alle waarschijnlijkheid dan ook
door gedeputeerde staten worden goedgekeurd. De voorgenomen uitbreiding van het zieken
huis is zeer noodzakelijk. Door het aantrekken van twee specialisten is de exploitatie
aanzienlijk verbeterd. Voor de gemeente zit aan deze garantie geen risico verbonden,
daar zij op voldoende onroerende goederen het recht van hypotheek verkrijgt.
Knnder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel.