Als ik tenslotte nog iets mag opmerken over de algemene economische situatie van toen, thans en in de toekomst, dan zij allereerst veimeld, dat in de voor oorlogse jaren de boomkwekerijen en de landbouw een voorname bestaansbron der be volking vormden. Thans zijn daar bij gekomen een twintigtal industriële bedrijven van zeer uiteenlopend karakter, die hun levensvatbaarheid en stabiliteit hebben bewezen en aan bijna duizend werknemersgezinnen een direkte en aan de middenstand een indirekte bestaansbron bieden. Deze vreugdevolle ontwikkeling mogen we met vol doening constateren. Zij geeft ons moed voor de toekomst, ook al stemt de afneming van de algemene conjuncturele opgang wel eens tot nadenken en bezinning. Ik waag het dan ook de stelling te poneren dat Oudenbosch er thans economisch veel weerbaarder voorstaat dan in het verleden en dat zij niet voor de eerste de beste tegenwind uit de weg behoeft te gaan. Willen we echter een definitieve en ge zonde basis voor onze welvaart leggen, dan is het nodig dat or meer geschiedt. Er zal in de komende jaren - en nu kijk ik even over zittings- en ambtsperioden heen - naar gestreefd moeten worden dat de woningbouw gestadig voortgang vindt, zoals in do laatste 12 jaar. Uitbreiding der werkgelegenheid zal moeten worden nagestreefd zowel door reeds gevestigde als door nieuwe bedrijven. Dat hierbij de hulp van de centrale regoring nodig en gewenst is, behoeft geen betoog. Ik denk hierbij oven aan en hoop op een spoedige herinvoering van de premieregeling industrievestiging voor bestaande, inmiddels gevestigde en nieuw te vestigen bedrijven. Voorts zal het nodig zijn dat de bevolking zich wat haar instelling op de nieuwe situatie betreft, aanpast en uitgroeit tot een nijvere zelfbewuste en weerbare eenheid. Hiertoe zal het nodig zijn dat stabiele werkgelegenheid gedurende het gehele jaar haar deel zij. Huisarbeid blijve in de toekomst beperkt tot noodzakelijke pro porties en de tijd dat de moeizaam bijeen gejuinde centen in een roes van enkele kermisdagen door do vingers glijden zal tot het verre verleden moeten gaan behoren. Gelukkig zijn er in dit opzicht al verblijdende tekenen te constateren. We zullen dit ideaal echter allen met volle kracht en eendracht en met sociologische bijstand en dergelijke moeten nastreven, opdat ook oen grote geestelijke weerbaarheid worde bereikt en het onevenredig grote sociale bezinksel uit onze samenleving verdwijnt. Dit alles zal uiteraard wel enige tijd vragen, doch dat behoeft ons niet te ontmoedigen. Als we als streefjaartal stellen dat van 1970, dan moet het met enige goede wil en economische stabiliteit mogelijk zijn te bereiken dat wij in een tijds bestek van twaalf jaar uitgroeien tot een gemeente van ruim 10,000 inwoners, allen voorzion van een goede en verantwoorde huisvesting, permanente werkgelegenheid, uit stekend onderwijs en een tot voorbeeld strekkende economische en geestelijke weer baarheid. Alleen op deze wijze zal Oudonbosch haar taak in het nieuwe West-Brabant vol waardig en mot ere kunnen vervullen. Moge dit alles worden nagostreofd door uw raad gedurende de u nog resterende maanden der huidige zittingsperiode en door do komende gemeenteraden, waarvan velen uwer ongetwijfeld deel zullen uitmaken. Indien wij er allen van doordrongen zijn dat dit alles van ons veel tijd en opoffering zal vragen en wij tot hot brengen hiervan bereid zijn, dan geloof ik dat er reden te over is u allen en do uwen - alsmede do secretaris en zijn staf en allen die in administratieve of technische zin do belangen der gemeente Oudenbosch behartigen - toe te wensen sterkte en voorspoed voor hot Nieuwe Jaar 1958," 2. Notulen De nib tulen van de vergadering van 31 december 1957 worden zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1958 | | pagina 5