Het lid van ELZAKKER verklaart zich volledig accoord met hetgeen wethouder van Oostorhout en het lid Tolhuizen hebben gezegd ten aanzien van het vertrek der waterleidingmaatschappij Noord—West—Brabant. Men is niet geheel doordrongen van de historische waarde, welke de maatschappij voor Oudenbosch heeft. Men zoekt expansie naar het oosten. Bit is geen motief. De expansie-mogelijkheden liggen voor de maatschappij veel meer in westelijke richting. Denk hier maar aldus spreker, aan de thans in uitvoering zijnde Delta—werken. De houding van enkele magistraten, waar wij toch uiteindelijk een waardig, rechtvaardig, en eerlijk oordeel van zouden mogen verwachteh, is mij bijzonder tegengevallen. Vooral voor u, mijnheer de voorzitter, moet deze houding van uw collega's bijzonder hard zijn. Ik hoop van harte, dat zij zich hebben vergist en dat zij hun vergissingen zullen inzien. U persoonlijk, mijnheer de voorzitter, dank ik voor alles wat u in deze kwestie hebt gedaan. Ik spreek de hoop uit, dat door uw werk de waterleidingmaatschappij toch nog voor Oudenbosch behouden blijft. /over Het lid VERMEULEN vraagt waaron\/het vertrek van de waterleidingmaatschappij zoveel drukte wordt gemaakt. Laten wij ons, aldus spreker, een goed verliezer tonen. Trachten we hiervoor een nieuwe industrie aan te trekken. Het lid DEN BRABER is het volledig eens met wat gezegd is door wethouder van Oosterhout en de leden Tolhuizen en van Elzakker ten aanzien van de waterleidingkwestie. Hiernaast wil spreker ook nog de aandacht vestigen op verbetering van de stoepen voor de woningen in de Rooseveltstraat en de Churchillstraat. Gedeeltelijk zijn deze verbeteringen uitgevoerd. Ook voor het resterende gedeelte zag hij zulks gaarne. De VOORZITTER antwoordt, dat hij ten aanzien van het vroeger opzenden van de raadsnotulen met de administratie deze kwestie zal bespreken. Er is echter altijd veel te doen en men weet soms niet wat men het eerst moet aanpakken, omdat bijna alles urgent is. Hij belooft echter voor zover dit mogelijk is de nodige spoed te zullen betrachten met het klaarmaken der notulen. Ten aanzien van het eventueel verplaatsen van de sëhutting voor het in aanbouw zijnde Wit—Gele Kruisgebouw ten behoeve van het voetgangersverkeer zegt spreker dat hij zulks in overweging heeft gegeven aan de technische dienst. Dit bleek echter niet mogelijk. Hij zegt toe deze kwestie nogmaads te zullen bezien. Het verzoek van het lid den Braber zal hij eveneens met de technische dienst bespreken. Voor wat betreft de opmerking van het lid Vermeulen zegt de voorzitter, dat hij zich bij een verloren zaak niets liever dan een goed verliezer wil tonen. Echter alleen bij een reeele zaak en dat is de waterleidingverplaatsing absoluut niet. Verder wil spreker thans nog niet hierop uitvoeriger ingaan. De leden zullen dit wel willen begrijpen. Hij betreurt het dat bij deze kwestie de van zijn mening afwijkende visie van collega's ter spreke is gebracht, doch kan zich de teleurstelling hiervan heel goed indenken. Wel meent hij te moeten zeggen, dat een en ander reeds een jaren lang slepende kwestie is, waaraan al heel veel papier is besteed. Zijns inziens is de zaak echter voor Oudenbosch nog niet verloren. In de statuten van de waterleiding maatschappij wordt n.l, uitdrukkelijk gesteld, dat statutenwijziging slechts kan ge schieden bij 2/3 meerderheid. De zetelverplaatsing is naar zijn oordeel een zuiver statutair-beslui heeft de vergadering van aandeelhouders hierop uitdrukkelijk attent gemaakt. Spreker hoopt nog steeds hiervan het allerbeste. Tot slot wil ik op deze oudejaarsvergadering nog een klein woord tot u richten: Ik wil namelijk in het kort de voornaamste gebeurtenissen van 1958, die het gemeente lijk leven raken, even de revue laten passeren. In mijn nieuwjaarstoespraak hoop ik u met meer exacte cijfers van dienst te kunnen zijn.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1958 | | pagina 51