QQJTgtgJ. tpt .^e^ning vgn egn verzoek aaiy de Kroon om ontheffing van de ver-
.pliphting tot het hebben van een openbare lagere school, bedoeld bii artikel 19. lid 2
der lager-onderwiiswet 1020 voor 1959 tot en met 1963.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten»
7» Voorstel tot;
a. invoering van een "Verordening, regelende de toekenning van een suaaruremie aan
.ambtenaren en arbeidscontractanten in dienst der gemeente Oudenbosch":
b. wi.iziging van het "Algemeen Ambtenarenreglement"
c. wi.iziging van de "Arbeidsovereenkomstenverordening".
Het lid van ELZAKKER informeert of van deze regeling alle gemeente-ambtenaren
profiteren en zo ja, wordt dan een en ander door het rijk gesubsidieerd?
De VOORZITTER antwoordt dat deze regeling inderdaad geldt voor alle ambtenaren.
Noodlijdende gemeenten zullen hiervoor wel een uitkering van het rijk ontvangen.
Oudenbosch valt hier ook onder. Gemeenten met eigen middelen zullen zulks echter zelf
dienen te financieren.
Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aanvaard»
8, Voorstel tot oninvorderbaarverklaring van aanslagen in de plaatselijke belastingen
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten de aanslag in de straat-
belasting 1958 ten name van J.L.J. van Santen, Bosschendijk 31 alhier, groot 16,25
niet—invorderbaar te verklaren,
.9» Voprstel tot het aangaan van een geldlening ad f 62.000.- met de n.v. Bank voor
Nederlandse Gemeenten te 's-Gravenhaga
Het lid VISSENBERG spreekt er zijn voldoening over uit, dat thans niets meer in
de weg staat om de riolering in de Doelpad uit te voeren. Hij hoopt dat zulks spoedig
zal worden gerealiseerd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel besloten.
10. Rondvraag-
Wethouder van OOSTERHOUT vraagt het woord en spreekt als volgt tot de voorzitter:
Het is met tegenzin voorzitter, dat ik op deze oudejaarsvergadering, met toch een
beetje feestelijke sfeer, mezelf gedwongen voel om iets te zeggen over wat
Oudenbosch in het algemeen en dan vooral de middenstand, de arbeidersbevolking en ook
verschillende verenigingen de laatste tijd bezit houdt. Ik bedoel het eventuele vertrek
van de waterleidingmaatschappij uit onze gemeente, wanneer tenminste de juridische
bezwaren, die we gemaakt hebben, dit vertrek niet kunnen voorkomen»
De waterleiding is vanouds in Oudenbosch gevestigd. Het is een bedrijf, dat iedere
gemeente graag binnen haar grenzen zal hebben. Ook in slechte tijden immers houdt dit
bedrijf stand, omdat het niet conjunctuur-gevoelig is en zal het kunnen blijven mee
werken aan het verspreiden van welvaart. Het gaat om een beduidend aantal gezinnen.
Verlies van deze gezinnen, enige honderden inwoners, betekent een strop voor de
middenstand. Ik hoef hier niet nader uiteen te zetten wat de waterleidingmaatschappij,
dat wil zeggen directie, kader en personeel, voor de gemeenschap in al haar gelèdingen
betekent, zowel in economisch, maar ook in het bijzonder in sociaal en cultureel
opzicht.
De kans bestaat nu, dat wij dit alles gaan verliezen, niet omdat het nodig is,
maar omdat een zeer kleine meerderheid van de aandeelhouders, dat zijn de gemeenten
vertegenwoordigd dooi hun burgemeesters, aan de ene gemeente wel het bezit van een
bedrijf als de waterleidingmaatschappij menen te moeten gunnen en niet aan Oudenbosch,
dat bovendien steeds alle faciliteiten verleende aan de maatschappij, die nodig waren om
het bedrijf zo goed mogelijk te doen functionneren (goede huisvesting personeel o.a.).