Bouwvergunningen
verleende vergunningen
totale bouwkosten der verleende vergunningen
Drinkwatervoorziening
aangesloten percelen
watervebbruik in m3
89
1.564.930,61
1439
194000
Gasvoorziening
aangesloten percelen
gasverbruik in m3
Electriciteitsvoorziening
aangesloten percelen
electriciteitsverbruik in kWh
Gegevens haveh
aantal binnengekomen schepen
totaal bruto registerton
opbrengst havengeld
opbrengst liggeld v
Aantal leerlingen, hetwelk in onze gemeente onderwijs volgt:
kleuteronderwijs
gewoon lager onderwijs
uitgebreid lager onderwijs
nijverheidsonderwijs
ander onderwijs
middelbaar onderwijs 1
1220
954771
1430
1200000
400
59746
2.987,30
69,78
263
1421
601
663
391
83
totaal
3422
Aantal genomen baden badhuis 1 9781
Economische aangelegenheden
Met betrekicing tot de bezetting van de Oudenbossche industrieën komt het mij
gewenst voor alleen totaalcijfers te geven en niet die van de afzonderlijke be
drijven. Enige bedrijven schijnen namelijk bezwaar te hebben tegen publicatie van
de gegevens van hun bedrijf. De gemeente heeft bij afzonderlijke publicatie geen
enkel belang en ik stel er dan ook prijs op te verklaren dat publicatie van gegevens,
zoals deze onlangs in een dagblad plaats vond, zeer zeker niet met medewerking van
het gemeentebestuur is geschied. Overigens acht ik een dergelijke publicatie en
vergelijking met enige jaren geleden slechts van relatieve betekenis. Immers uit
eindelijk kan men de welvaart van een bedrijf niet geheel afmeten van het aantal
werkkrachten, die het in dienst heeft, doch dient tevons en vooral gelet te worden
op de z.g. investering in de diepte, waarbij omzet en aantal geschoolde arbeids
krachten een belangrijke rol spelen.
Het aantal arbeidskrachten beliep in 1956 dan 881 tegen in 1955 2 865, zodat een
kleine uitbreiding geconstateerd kan worden. Het getal mannelijke arbeidsplaatsen
liep echter van 743 naar 734 terug, terwijl het aantal vrouwelijke plaatsen opliep
van 122 tot 147. Met vreugde mag worden geconstateerd, dat bij diverse bedrijven
nieuwe werkmethoden de aantrekking van geschoold personeel nodig en gewenst maakt.
Dit is namelijk van grote betekenis aangezien het primaire probleem van de werkge
legenheid noodzakelijkerwijs gevolgd wordt door een tweede, n.l. dat van de aard van
de werkgelegenheid. Aanvankelijk was in een gebied met arbeidersoverschottcn alleen
vestiging van bedrijven voor ongeschoolde arbeiders mogelijk. Thans dienen we ons
meer te gaan beraden op het worden van industriegebied in de volle betekenis des
woords, met andere woorden we dienen het aantrekken van bedrijven voor geschoolde
arbeidskrachten te bevorderen en vooral de uitbreiding van reeds gevestigde bedrij
ven van deze soort te stimuleren.
