17. Voorstel tot vaststelling van een instructie voor de meteropnemer-incasseerder
bi.i het gasbedrijf
Het lid PLEVIER heeft vernomen, dat bedoelde persoon het erg bezwaarlijk vindt
een dienstpet te moeten gaan dragen. De huidige functionnaris heeft nog nimmer een
hoofddeksel gedragen. Hij acht toch wol termen aanwezig, mede gelet op de leeftijd
van betrokkene, burgemeester en wethouders te verzoeken ontheffing tot het dragen
van oen dienstpet in overweging te willen nemen.
Het lid van der SMISSEN kan zich volledig met de vorige spreker verenigen.
Hij voegt hier nog aan toe, dat genoemde persoon bij het dragen van een dienstpet
absoluut last van hoofdpijn zal krijgen.
Het lid van ELZAKKER vindt voor iemand, die reeds jaren in dienst van de ge
meente is, de mogelijkheid tot ontheffing wel redelijk. Voor nieuw personeel is
hij zonder meer voor volledige uniformering.
Het lid TOLHUIZEN merkt op, dat hij voor uniformering is. Ontheffing moet,
aldus spreker, niet gemakkelijk worden gegeven.
De VOORZITTER antwoordt, dat tot het verlenen van ontheffingen niet gemakkelijk
moet worden overgegaan. Men schept hiemnede precedenten. Het is het college van
burgemeester en wethouders bekend, dat inderdaad - en dit geldt niet alleen voor
de meteropnomer-incasseerder - bij het gemeentopersoneel weerstand bestaat tegen
het dragen van een dienstpet. Hij persoonlijk vindt de uniformering een aanmerke
lijke verbetering. Het is, aldus spreker, een kwestie van wennen. Het college is niet
voor ontheffing. Mochten echter medische bezwaren bestaan, dan zullen burgemeester
en wethouders deze zeer zeker in ernstige overweging nemen. Ontheffing zal slechts
in uiterste noodzaak worden gegeven.
Het voorstel wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aanvaard.
18. Rondvraag
Het lid van den BOSCH vraagt de bijzondere aandacht van het gemeentebestuur
voor de verharding van de ^angoweg. De toestand is volgens genoemd lid hopeloos.
De VOORZITTER zegt, dat burgemeester on wethouders momenteel in discussie zijn
over deze verbetering met de provinciale waterstaat. De onderhandelingen zijn echter
reeds in een ver gevorderd stadium. Het college blijft in deze diligent.
Het lid TOLHUIZEN zegt, dat de buitenwegen in de naburige gemeenten alle veel
beter zijn. Komt dit misschien omdat deze plaatsen liggen in de agrarische sector?
Oudenbosch is op dit gebied wel belangrijk vooruitgegaan, maar er blijven toch nog
wel enige zeer urgente wegverbeteringen op het program staan.
De VOORZITTER antwoordt, dat hot feit of de gemeente al of niet-agrarisch is,
misschien inderdaad een rol speelt bij de verbetering van landwegen. Dit is hem
echter niet positief bekend. Wel is het hem bekend, dat wegen, waarin totaal geen
enkele verharding zit, voorrang hebben bij de cultuurtechnische dienst. Burgemeester
en wethouders zullen echter met deze dienst contact opnemen, om dit probleem nogmaals
door te praten. Hij verzekert de raad, dat dit collego alles doet om zo spoedig
mogelijk tot verbetering van alle landwegen te geraken.
Het lid RUBBENS vraagt om bij de besprekingen ook vooral niet het gedeelte
Moerdijksestraat te vergeten. Dit is ook zeer hand nodig.
De VOORZITTER antvroordt dat ook aan deze reconstructie de nodige aandacht zal
worden geschonken.