8 Het lid GEERTS zegt, dat in Oud-Gastel de kennis altijd begint op de dag van de parochie-Heilige. Genoemd lid heeft ook ter plaatse geïnformeerd, waarbij hem is gebleken, dat deze verandering wel gewaardeerd zal worden. Het bezwaar van het lid Tolhuizen kan spreker niet onderschrijven. Hij merkt ten deze op, dat de kermis toch pas begint na de Hoogmis. Het lid TOLHUIZEN zegt, dat wanneer de raad geen bezwaar ziet, hij het voorstel eveneens wil aanvaarden. Hierna wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel besloten. 20. Rondvraag Het lid RUBBERS dankt het college van burgemeester en wethouders, alsmede de raad voor de besluiten, die genomen zijn voor verbetering van de polderwegen. Spreker betreurt nogmaals dat de gemeente niet van alle betrokkenen medewerking krijgt, wanneer voor wegverbetering bepaalde stukken grond moeten worden aangekocht. Hij wil echter nog nadrukkelijk vaststellen, dat dit niet uitsluitend de landbouwers zijn, die niet medewerken, doch ook de verhuurders niet-landbouwers. Bij de Bornhemweg bijvoorbeeld waren 3 weigerachtigen. Hiervan was één landbouwer en 2 niet-landbouwers. Hij wijst er vervolgens op, dat men op de Bornhemweg bij opdooi moet trachten te voorkomen, dat zware lasten erop komen. Het lid van ELZAKKER oppert het idee dat indien men niet wil medewerken tot verkoop van grond voor wegverbetering, het gemeentebestuur het middel van onteigening moet hanteren. De VOORZITTER antwoordt, dat onteigening een zeer lange weg is. De gemeente doet altijd een redelijk bod. Het lid TOLHUIZEN informeert naar de gladheidsbestrijding. Hij heeft klachten gehoord. Hij vraagt of hieromtrent een vast plan is uitgestippeld. De VOORZITTER zegt, dat er wel een systeem is. Hij leest hierna een terzake door de technische dienst uitgebracht rapport voor. Ook de politie merkt mede. Wanneer er bijv. plotseling bepaalde punten glad worden, wordt de technische dienst gewaarschuwd. Men tracht alles te doen wat in de gegeven omstandigheden mogelijk is. Het lid TOLHUIZEN merkt op, dat met de gladheidsbestrijding desnoods in de vroege morgenuren moet worden begonnen en niet gewacht moet worden tot de nonnale werktijden beginnen. Hij dringt erop aan aan de gladheidsbestrijding nog meer zorg te besteden. Voornoemd lid vraagt vervolgens of er al iets bekend is omtrent afsluiting van de spoorwegovergang Lollestraat en de bouw van een tunnel ter plaatse. De VOORZITTER antwoordt, dat omtrent de bouw van een voetgangerstunnel reeds uitvoerig met de Nederlandse Spoorwegen is gecorrespondeerd. De kwestie zal eerst daags aan de bedrijvencommissie ter advisering worden doorgezonden. Voor wat de afsluiting betreft, deelt spreker mede, dat dit uiteindelijk een beslissing is van het raadscollege. Het lid GEERTS heeft de gang van zaken vernomen omtrent verplaatsing van het waterleidingbedrijf naar elders. Hij kan het verloop van de genomen besluiten niet erg waarderen. Spreker wil de burgemeester nog even erop attent maken, dat naar zijn mening er een contract bestaat opgemaakt door Mr. Rassors te Breda, dat verplaatsing van het bedrijf uit Oudenbosch niet mogelijk maakt. De VOORZITTER zegt, dat hij in het huidige stadium weinig kan mededelen. Er is thans een commissie in het leven geroepen, die deze zaak nader gaat bezien. De ver plaatsing van het waterleidingbedrijf is dus momenteel een object van studie.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1956 | | pagina 8