8 Na enige discussie wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot wederopzegging 40,- per leerling uit te keren. Het lid PLEVIER brengt ter sprake het subsidie aan de R.K. Turnvereniging, Hij kan geen dankwoorden spreken, wijl voorgesteld wordt hetzelfde subsidiebedrag te geven als in 1954. Hij bepleit een verhoging tot 600,-, De kosten zijn aanmerkelijk gestegen,. o.m. door de aanstelling van een leerkracht M.O., de betaling van dubbele zaalhuur enz. De vereniging heeft zelf reeds alles gedaan om de inkomsten te doen stijgen. Zo zijn de contributies verhoogd. De VOORZITTER betoogt dat in 1954 in eerste instantie minder is gevraagd dan 400,-. Later is het bedrag uiteindelijk op dit cijfer vastgesteld. Hierbij zat de gedachte voor dat het eerste subsidiebedrag o.m» diende de vereniging in de moeilijke beginperiode een flinke financiële hulp te verstrekken. Het verzoek om te subsidiëren tot het nadelig saldo der begroting ad 743,- stuit volgens spreker op moeilijkheden. Het lid van der SMISSEN attendeert op het grote leden-aantal, Wethouder van OOSTERHOUT wijst op de moeilijkheden die verbonden zijn aan de vast stelling van subsidies. Men moet me"t, verschillende factoren rekening houden, o.m, de financiële positie van de gemeente, de belangrijkheid van de vereniging enz. Het ge meentelijke subsidie kan echter nooit een sluitpost van de begroting zijn. Het lid PLEVIER vestigt er de aandacht op dat 1.400,- wordt uitgetrokken voor het doen houden van diverse jeugdacties. De turnvereniging is echter op dit terrein al werkzaam. Tall»ze jongens en meisjes worden op deze wijze nuttig bezig gehouden. De bestuursleden, die zelf niet turnen, betalen al 1,60 per maand. Men is echter voor een sluitende exploitatierekening verplicht aan te kloppen bij de gemeente. De VOORZITTER is van oordeel dat het ten laste brengen der gemeente van het tekort uiterst bezwaarlijk is. Hij denkt in dit verband aan de goedkeuring door de gedeputeerde staten. Verhogingen worden direct gesignaleerd. Het lid PLEVIER wijst er op dat in eerste instantie de raad zich dient uit te spreken. De goedkeuring van de gedeputeerde staten komt pas op het 2e plan. Hij persisteert bij zijn mening dat een subsidie van 400,- voor een vereniging met ongeveer 200 leden aan de lage kant is. Wethouder van OOSTERHOUT vindt het een moeilijke zaak. Bij de vaststelling van de subsidies moet nu eenmaal gewikt en gewogen worden. De VOORZITTER betreurt dat jaarlijks de lasten der gemeente stijgen door de vele subsidie-verzoeken. Het lid PLEVIER zegt dat sommige gemeenten grotere steun geven, o.a. door beschik baarstelling van een zaal. Het lid van ELZAKKER zag gaarne gegevens uit andere gemeenten. De VOORZITTER kan deze niet direet verstrekken. Het lid van ELZAKKER doet de suggestie het subsidie te doen baseren op de kosten van de zaal. Wellicht kan de gemeente een beroep doen op het schoolbestuur de zaalhuur wat te verlagen. Het lid PLEVIER deelt mede, dat zulks in het begin reeds door het schoolbestuur is gedaan, Op verdere clementie is niet te rekenen, Het lid van ELZAKKER ziet in het werk van de turnvereniging een voortzetting van het gymnastiek-onderwijs op de school. Hij acht het een uiterst nuttige vereniging» Nogmaals suggereert hij de zaalhuur te compenseren door het gemeentelijke subsidie, hetgeen neerkomt op ongeveer f 600,— per jaar.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1955 | | pagina 8