2
8.. Voorstel tot toekenning van subsidies
Het lid RUBBENS vraagt of het de bedoeling is aan de middelbare tuinbouwschool
te Breda in totaal 50,- te geven «fwel 50,- per leerling.
De VOORZITTER zegt dat voorgesteld is in totaal 50,- te geven.
Het lid van ELZAKKER snijdt de subsidiëring van de harmonie aan. Aanvankelijk
had hij gedacht zulks te doen in de commissievergadering bij het begrotingsonderzoek.
Hij is echter verplicht dit nu te doen. De harmonie zit voor zware lasten. De opleiding
van leerlingen geschiedt geheel door de harmonie zelf, wijl geen muziekschool aanwezig
is, waaraan men een opleiding kan volgen. Hij zou gaarne zien, dat het voorgestelde
bedrag nog wat verhoogd wordt.
De VOORZITTER antwoordt dat bij het voorgestelde bedrag rekening is gehouden met
2 factoren, t.w. de verstrekking in huurkoop van nieuwe instrumenten en de aanschaf
fing van een muziektent.
Het lid GEERTS vindt dat de gemeente moreel verplicht is een kiosk te laten bouwen.
De vroegere muziektent, geschonken door de bevolking aan de harmonie De Eendracht, is
later in beheer en onderhoud overgedragen aan de gemeente. Nu deze is verdwenen zonder
de schuld van de bevolking, komt het hem redelijk voor dat de gemeente zorg draagt voor
een nieuwe kiosk. Met het lid van Elzakker is spreker het volkomen eens dat aan de
opleiding van jeugdige muzikanten grote kosten zijn verbonden. Men moet echter deze
opleiding ter hand nemen, wijl anders de harmonie langzaam wegkwijnt. Hij acht een ver
hoging van het voorgestelde subsidie alleszins billijk.
Het lid TOLHUIZEN bepleit ook een grotere verhoging.
De VOORZITTER zegt dat in het verzoek niet gewezen is op de grote kosten, welke de
harmonie zich moet getroosten voor de opleiding van jeugdige muzikanten. Wellicht kan
een afzonderlijk verzoek hiervoor worden ingediend. Zulks zou ook de verkrijging van
de goedkeuring door de gedeputeerde staten vergemakkelijken.
Het lid TOLHUIZEN verklaart zich voorstander om 400,- uit te trekken voor de
opleiding.
Wethouder KEIJ oppert de gedachte in de toekomst een bedrag per leerling uit te
trekken.
Het lid GEERTS acht zulks moeilijk uitvoerbaar, omdat na enige tijd blijkt dat niet
allen aanleg bezitten.
Vergolgens wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het subsidie van de harmonie
tot wederopzegging te bepalen op 800,- per jaar en 400,- beschikbaar te stellen
voor de opleiding van leerlingen.
Het lid PETERS betreurt het voorstel tot afwijzing van een subsidie aan de academie
voor beeldende kunsten St. Joost te Breda. Hij ziet in de school mede een belang voor
Oudenbosch.
De VOORZITTER zegt dat de gemeente reeds in de kosten der school bijdraagt op
grond van de nijverheidsonderwijswet. De gevraagde bijdrage is bedoeld als extra steun.
Het lid PETERS wijst op het uitgesproken cultuur-karakter van de academie.
Dergelijke verzoeken zullen naar zijn mening zich niet dikwijls herhalen.
Het lid PLEVIER suggereert een bijdrage te geven, echter niet tot een bedrag van
80,- per leerling.
De VOORZITTER oppert de gedachte 40,- per leerling te voteren»
Het lid TOLHUIZEN vindt dat men ieder verzoek moet beoordelen naar de waarde van
het belang dat wordt verzorgd.