4f Voorstel tot bonoepiing van con l^d van dc burger li.ike Instelling "Maatschappelijke
Zoi|g" wogens periodieke aftreding.
Hot lid TOLHUIZEN stolt voor do benoeming aan te houden, Hom is medegedeeld,
dat de heer P, Couwenbcrgh niet dikwijls de vergaderingen bezoekt, Hieruit mag toch
wel geconcludeerd worden, dat betrokkene niet al te actiof Is,
Hot lid GEERTS kan het verzoek van de heer Tolhuizen wel bogrijpcn» De twee
voorgedragen personen zijn allebei lid van dc St, Vincentiusvoroniging, Spreker ziet
liever dat andere personen, niet leden van de Vincontlusveroniging zouden zijn
aanbevolen.
De VOORZITTER antwoordt dat do Vinoentlusvcroniging in het verleden altijd een
vertegenwoordiger had in do instelling Maatschappelijke Zorg.
Het lid RUBBENS bevestigt dit,
Hot lid PLEVIER vraagt zich af of het niet wenselijk zou zijn een jongere kracht
aan te trekken, H©t komt dikwijls voor dat bepaalde ooileges jaar in jaar uit blijven
samengesteld uit dezelfde personen.
De VOORZITTER merkt nog op dat men bij het doen van een herbenoeming in ieder
opzicht gemotiveerd tewerk moet gaan.
Wethouder van OOSTERHOÜT vraagt of het waar is dat de heer P, Oeuwonbergh niet
regelmatig de vergaderingen bijwoont.
De VOORZITTER zegt dat vroeger zulks inderdaad het geval was, De laatste tijd
is er echter verbetering ingetreden.
Het lid van don BOSCH informeert hoe lang de heer Couwenbergh bestuurslid ig van
do instelling Maatschappelijke Zorg,
Het lid RUBBENS schat zulks op 15 20 jaar,
Het lid PLEVIER zou gaarne van de heer Rubbons vernemen wat hij dankt over de
aantrekking van oen jongere kracht.
Het lid RUBBENS merkt op, dat hij gezien zijn leeftijd hot eerst voor aftreding
in aanmerking komt. Wel wijst hij er op dat oudore mensen ovor meer ervaring en tijd
beschikken dan jongere.
Het lid VISSENBERG brengt naar voren dat de ouderen Oudenbosch boter kennen en
dat dit punt ook van belang is.
Het lid PLEVIER oppert de suggestie iemand van de K,A.B. te benoemen.
De VOORZITTER antwoordt dat genoemde organisatie reeds in het bestuur is ver
tegenwoordigd.
Wethouder van OOSTERHOUT kan het verlangen van het lid Tolhuizen wel begrijpen.
Verwijzende naar de andere sociaal-charitatieve instellingen in de gemeente betoogt
spreker dat dc invloed van de arbeiders te gering is. Het zou van belang zijn indien
meer arbeiders in dit werk zouden worden gekend.
Na enige discussie werdt zonöer hoofdelijke stepning boeioton dc benoeming aan
te houden.
De voorzitter vraagt nog tot slot de medewerking van de leden om terzake
suggesties te doen. Wel is het van belang te weten dat de eventueel voor te dragen
personen ook genegen zijn tot aanvaarding van een mogelijke benoeming.
5. Voorstel om het kruispunt M. Massar aan te wi.izen als voorrangskruising.
Het lid BLAAKMAN verklaart dat de stopstreep aan de zijde van de Pastoor Hclle-
monsstraat niet juist is aangebracht. Men moet stoppen voor de streep. Doet men dit,
dan kan de chauffeur het uit het Doelpad komende verkeer niet zien, ofschoon dit toch
de bedoeling van de nieuwe situatie is.