1 Golfcartonfabriek Brabantia 5 Machinefabriek Goorhuis 8 Koninklijke Maatschappij "De Betuwe" N.V. 9 Brabantse Blouse Industrie 21 Landbouwmachinewerkplaats A.van Beek 11 Vlashandel Vael 4 Vlasafvallenfabriek van der Horst 4 Totaal 860 Aantal personen werkzaam in de na de bevrijding gevestigde industrieën mannen 494 vrouwen 86 Totaal 580 Werkloosheid gemiddeld per maand 56 gemiddeld over de laatste 3 maanden per maand 20 hoogste aantal per maand 117 minste aantal per maand 13 totaalbedrag uitgekeerd aan werklozen 8.200,- (sociale voorzieningen) Geen personen zijn werkzaam bij de aanvullende werken en 8 bij de G.S.W. Aantal leerlingen, hetwelk in onze gemeente onderwi.is volgt: kleuteronderwijs 320 lager onderwijs 1.348 uitgebreid lager onderwijs 549 nijverheidsonderwijs 571 ander onderwijs 288 Totaal 3.076 Uit deze opsomming moge u o.m. blijken dat de algehele bedrijvigheid, welke wij in ons land hebben geconstateerd in 1954 haar sporen ook heeft gezet op de gemeente Oudenbosch. Het stemt tot voldoening te mogen constateren dat de openstelling en in- dienststelling der gemeente ten behoeve van de nationale industrie nn haar economie, speciaal na de bevrijding aangevangen, zo goed geslaagd mag worden genoemd. Op nationaal niveau blijkt alom dat 1954 een topjaar is geweest. We constateren dit overduidelijk als we kennis nemen van het artikel van Prof. G, Brouwer, secretaris-generaal van economische zaken, dat onlangs in de Econ.Stat.Berichten verscheen. U vergunne mij een citaat: "De toeneming van de industriële productie bedroeg in vergelijking met 1953 8$. In vergelijking met 1948 niet minder dan 54%. De arbeidsproductiviteit, die ons lange tijd zorgen baarde, ontwikkelde zich niettegenstaande de krappe arbeidsmarkt bevredigend. De productie per arbeider nam in de eerste helft van 1954 vergeleken met de overeen komstige periode van 1953 met 4*2% toe, vergeleken met 1948 zelfs met 30%. Daarbij bleven de industriële investeringen zich op een hoog peil bewegen." tot zover Prof. Brouwer, Toch is deze hoogconjunctuur en de verbondenheid hiermede niet zonder gevaar, aangezien de samenwerkende factoren, zoals hogere lonen, prijsstijgingen en grotere geldcirculatie het gevaar medebrengen van concurrentie-moeilijkheden met het buitenland. Prof. Brouwer schrijft dan ook aan het slot van zijn artikel: 'Wanneer een verdere stijging zou optreden en daarmede een nieuwe loonsverhoging onver mijdelijk zou worden, met alle repercussies daarvan op het prijspeil zou stellig moeten worden gevreesd, dat het Nederlandse bedrijfsleven een onvoldoende concurrentiemarge zou verkrijgen. Daarmede zou hetgeen in de loop der jaren zorgvuldig werd opgebouwd in snel tempo kunnen afbrokkelen. De gunstige gang van zaken maakt dus om al deze redenen een waakzaam beleid niet overbodig."

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1955 | | pagina 3