li
Naar zijn mening moet voorkomen wordèn dat positieve krachten, die er overal ge
lukkig zijn, elkaar overlappen of tegen elkaar in werken. Daarom noemt hij het ver
heugend, dat onlangs een Maatschappelijk Centrum is opgericht. Wil dit centrum werkelijk
iets te betekenen hebben, aldus spreker, dan zal het door alle verenigingen gedragen
moeten worden, de kerk niet uitgezonderd. Door deze samenbundeling zullen in de toe
komst zeer vele problemen bestreden kunnen worden en zal véél meer bereikt worden dan
np het geval is.
Spreker ziet het als een zware maar ook als een mooie en grootse taak van de
eerste orde, de geestelijke weerbaarheid van onze gemeenschap op te voeren. En als één
der eerste voorwaarden om deze taak te kunnen vervullen ziet hij als absólute noodzaak
de oprichting van een goed geoutilleerd gebouw, waarin het zeer veelzijdige werk in
kleinere en grote groepen kan plaats vinden, zoals het gezins- en jeugdwerk, wijk- en
buurtwerk, cursussen, voorlichtingsavonden enz.
Gezien als een onvermijdelijk gevolg van de structurele wijziging der gemeente
door de industrialisatie en gelet op de aanzienlijke investeringen sinds de bevrijding
om het industriële klimaat te verbeteren in verhouding tot het in het oog van princi
pieel katholieke raadsleden toch wel zéér, zéér kleine bedrag om de geestelijke wel
vaart tot stand te brengen, zou het spreker persoonlijk bar tegenvallen wanneer «ver
een zo belangrijke zaak gestemd zou moeten worden en bovendien zou het naar zijn
mening een inconsequente daad zijn als deze niet tot stand zou kunnen komen.
Het lid GEERTS merkt op dat er in de woorden van wethouder van Oosterhout veel
waarheid zit. Er is vooral behoefte aan een goed jeugdhuis. Spreker ziet een afdoende
oplossing in een uitbreiding van het gebouw Fidei et Arti, waarvan de kosten nog
geen 100,000,- zullen belopen. Oudenbosch heeft buiten de gestichtsbevolking slechts
een 6000 inwoners, terwijl ter plaatse 2 grote zalen aanwezig zijn. Naar zijn mening
kunnen de exploitatie-lasten van het gemeenschapstehuis onmogelijk worden opgebracht.
Men zal door alle mogelijke middelen trachten de gelden op te brengen, waardoor men
echter concurrent zal worden van de plaatselijke middenstand, i.e. van de café- en
zaalhouders. Hij is ervan overtuigd dat zijn stem is de stem van een roepende in de
woestijn, maar acht het desondanks noodzakelijk op deze opmerkingen te maken.
Verder heeft hij geen regeling aangetroffen omtrent het medezeggenschap der ge
meente bij wijziging der statuten. Tevens vestigt hij de aandacht op richtlijnen van
Kardinaal de Jong en de Bisschop van Breda, waarbij verboden wordt in dergelijke te
huizen sterke drank te schenken of in voorraad te hebben.
Hij stelt het geval dat men bijv. over 10 jaar geen sluitende exploitatie meer
heeft, dan zou men een vergunning of verlof A in dit gebouw kunnen vestigen, wat con
currentie voor de middenstand zou worden.
Spreker vraagt, of de raad op een dergelijk besluit van de stichting invloed kan
uitoefenen.
De VOORZITTER merkt nogmaals op dat het gemeenschapstehuis geen jeugdhuis is,
hoewel de jeugdorganisaties er wel een belangrijk gebruik van zullen maken.
Wat de opmerking betreft van het lid Geerts betreffende het aantal inwoners wil
de voorzitter dit aldus stellen, dat Oudenbosch geen 6000 maar 8000 inwoners heeft,
waarvan er, wat betreft de huisvesting van verenigingen, er 2000 goed en 6000 zeer
slecht behuisd zijn.
Wat betreft het medezeggenschap van de raad bij wijziging der statuten dn de op
name van een verbodsbepaling hierin betreffende verkoop van alcoholhoudende drank, ant
woordt de voorzitter dat hieromtrent voorwaarden in het subsidie-besluit kunnen worden
opgenomen.
Gelet op het doel van het gemeenschapstehuis begrijpt het lid GEERTS niet, waar
voor een zaal ter grootte van 200 m2 nodig is.
Wethouder KEIJ antwoordt hierop dat dit 3 kleine localiteiten zijn, welke, wanneer
zich de behoefte zou voordoen, tot één lokaal kunnen wprden gemaakt»
De VOORZITTER beklemtoont nogmaals dat het niet de bedoeling is dat het gemeen—
schapstehuis een concurrent wordt van de zaalhouders.
