10 Spreker wijst erop dat de gemeente groeit en de activiteiten zich allerwege ont plooien, waarover wij ons toch mogen verheugen. Bij het onlangs in deze gemeente ge houden sociologisch onderzoek is de ernstige behoefte aan wijk- en buurtschapswerk nog eens naar voren gekomen. Om deze reden zal ook het rijk subsidiëren. Van de pro vincie mag eveneens financiële medewerking worden verwacht, maar voor deze instantie is deze aangelegenheid moeilijker, omdat zich in de loop der jaren dit probleem in zeer veel gemeenten zal voordoen. Oudenbosch is één der eerste gemeenten. Het lid GEERTS ziet het gemeenschapstehuis primair als jeugdhuis en anders als K.A.B.-huis. De VOORZITTER merkt op, dat de betiteling "jeugdhuis" onjuist is, daar in dit geval het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschappen zou subsidiëren. Het gemeen schapstehuis is een gebouw ten behoeve van de maatschappelijke voorlichting en vorming. Wethouder van OOSTERHOUT merkt op dat dank zij het vooruitstrevend beleid van de raad veel tot stand is gebracht. Maar het gaat, aldus deze spreker, niet alleen om het scheppen van goede werkgelegenheid en recreatie-mogelijkheden, om de bouw van woningen, de aanleg van straten enz,, maar véél meer om de opbouw van een gezonde en harmonische dorpsgemeenschap. Daarom is maatschappelijk en cultureel opbouwwerk hard nodig. Ener zijds beweert men dat deze opbouw vanzelf komt, anderzijds is men huiverig voor orde ning van een terrein waar men bij uitstek vrij wil zijn. Maar het modern sociaal onder zoek toont aan, dat in de moderne samenleving een bewuste opbouw van gemeenschapsbanden noodzakelijk is. De kerk en de burgerlijke overheid hechten hier zeer grote waarde aan. De moderne samenleving bestaat niet alléén meer in de grote steden of industrie-centra, aldus spreker, maar vertoont zich ook in steeds sneller tempo in de dorpsgemeenschappen, zodanig zelfs, dat het voor de dorpsbewoners innerlijk niet bij te houden is. Er doen zich op velerlei terrein problemen voor. Er wordt gesproken over massificatie, ont. kerstening, verstarring, verzakelijking, over oppervlakkigheid, banaal levensgenot, geestelijke armoede enz. Zijn dit nu de gevolgen van een modern nivelleringsproces »f is dit altijd zo geweest? Als men een beetje van de geschiedenis afweet, aldus spreker, kan men het fundamentele verschil gauw ontdekken. Als men vroeger een scheve schaats reed, week men af van de bestaande morele orde, die echt verankerd lag in de stabiele samenleving van die tijd. Met de veranderingen van de plattelandssamenleving, die ge leid hebben tot de ontbinding van de dorpsgemeenschap, is echter ook de morele orde verzwakt en verdwenen. De dorpeling raakt op drift en uit het lood geslagen. Is het flan een wonder dat zeer velen, en spreker denkt hierbij speciaal aan onze dierbare jeugd (die niet slechter is dan vroeger), in deze materialistisch ingestelde wereld geen hogere idealen meer kennen, dienst aan God en de naaste uit het oog verliezen en hun heil zoeken in de dienst aan het eigen ik. Wat vroeger een afwijking van de bestaande orde was, is thans een uiting in een veranderde samenleving, die haar norm verloren heeft, aldus spreker. De mensen van onze samenleving zijn zeker niet slechter, maar de steun van die ge sloten dorpsgemeenschap is hun ontvallen en daarmede Sn vele gevallen het richtsnoer van hun leven. De moderne samenleving bestrijdt haar noden door verenigingen en organi saties, die de laatste vijftig jaren bij massa's zijn ontstaan. Zonder maar enige af breuk te doen aan het vele en verdienstelijke werk, moet men volgens spreker toch constateren, dat zij zonder meer niet in staat zijn de problematiek van de dorpsge meenschap in zijn geheel tot een'oplossing te brengen. Als men het objectief wil bezien, dan moet men constateren, dat zeer velen naast elkaar werken en alleen maar be grip en belangstelling tonen voor hun eigen kleine beperkte kring en geen belangstelling voor de moeilijkheden en problemen van de andere groeperingen op kunnen brengen. Hoeveel versnipperingen door verschillende verenigingen inplaats van samenwerking Spreker denkt hier aan de vrije tijdsbeèteding in het algemeen, aan de vakontwikkeling, het algemeen vormingswerk, de persoonlijkheidsvorming van een zéér belangrijke groep, cultureel vormingswerk, gezins-r en buurtwerk enz. Dit kan bij de huidige vorm en werk zaamheid der verschillende organen niet in volle omvang worden gerealiseerd. In het al gemeen ligt de kern van het werk der verschillende activiteiten te veel aan de opper vlakte en dringt het niet door in het persoonlijke- en gezinsleven. Daarbij komt boven dien een grote verspilling van mobiele krachten. Volgens spreker is daarom een integrale aanpak nodig om de zo broodnodige saamhorigheidsgedachte en gemeenschapszin op te wekken.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1955 | | pagina 25