Het lid GEERTS vindt het opvallend dat beide afdelingen van de raad onafhankelijk
van elkaar de kwestie omtrent de uitbetaling van zakgeld aan de ouden van dagen in het
St, Elisabethsgesticht hebben aangeroerd. Nu wordt door burgemeester en wethouders mede
gedeeld dat het achterstallige zakgeld binnen 14 dagen zal worden uitbetaald. Hij vindt
dit een zeer pijnlijke geschiedenis. Het is hem bekend dat de voorzitter en een lid
van de Nederlandse Bord van Ouden van Dagen, welke hieromtrent gaarne een onderhoud hadden
ghhad, werden geweerd. Spreker vindt deze houding unfair. Hij vraagt de voorzitter
welke garantie er is dat de uitbetaling thans inderdaad binnen 14 dagen zal geschieden.
De VOORZITTER merkt op dat deze kwestie niet nieuw is. Thans is zij op een beslis
send punt gekomen. Een der ambtenaren heeft gezien dat de uitbetalingsstaten al gereed
zijn. Zou de uitbetaling nog niet geschieden, dan zullen burgemeester en wethouders
enverwijld andere krachtige maatregelen nemen.
Het lid RUBBENS brengt dank aan de samenstellers der begrotingen. Verder wil hij
nogmaals de aandacht vestigen op het sneeuwruimen op de buitenwegen, wat somtijds zeer
hard nodig is. De meest effectieve wijze zal zijn door middel van een sneeuwploeg.
De VOORZITTER kan zich het standpunt van het lid Rubbens zeer wel indenken. Deze
aangelegenheid zal hij in de vergadering van burgemeester en wethouders nader aan de
orde stellen.
Het lid van ELZAKKER merkt op dat de inhoud van de rapporten van de beide raadsaf-
delingen ongeveer parallel loopt. Hij uit zijn tevredenheid over het antwoord van burge»
meester en wethouders. Verder wil hij dank brengen aan dit college, maar evenzeer aan de
gemeente-secretaris en het personeel, voor het zeer vele werk dat in verband met de
begrotingen is verricht en voor de wijze waarop getracht is de cijfers zoveel mogelijk
te laten spreken.
Wel mist spreker tot zijn spijt nog steeds de post betreffende verbetering van de
Bornhemweg. Hij spreekt de hoop uit dat burgemeester en wethouders spoedig met een
voorstel terzake zullen komen. Tevens wil hij hier in herinnering brengen de mededeling
enige tijd geleden aan de raad gedaan, dat er een algemeen plan voor reconstructie van de
buitenwegen zou worden opgemaakt.
Deze opmerking moet niet gezien worden als een verwijt aan burgemeester en wet
houders, hij is in de hoogste mate dankbaar voor het buitengewoon vele wat dit college
tot stand heeft weten te brengen, maar spreker qcht deze aangelegenheid van zeer veel
belang.
Ook meent hij nog even te moeten stilstaan bij het probleem van de woningnood.
Het is hem bekend welke moeilijkheden er zijn verbonden aan de verkrijging van bouwvolume.
Hij «hoopt dat burgemeester en wethouders zullen blijven trachten dit probleem zoveel
mogelijk op te lossen.
Verder wil spreker nogmaals de aandacht vestigen op de in het rapport opgenomen be
merkingen ten aanzien van de bezoldiging van het overheidspersoneel. Nu wij min of meer
in een welvaartsperiode leven, vindt hij deze salariëring onvoldoende. Hij hoopt dat
burgemeester en wethouders erin zullen slagen om alles wat in deae krom is, recht te
krijgen.
Tot slot betuigt hij nogmaals zijn dank aan genoemd college, de gemeente-secretaris
en de ambtenaren voor het door hen in het algemeen belang verrichtte.
De VOORZITTER betuigt zijn erkentelijkheid voor de waarderende woorden van de heer
van Elzakker. Wat de buitenwegen betreft, merkt hij op dat het plan voor reconstructie
van de Bornhemweg momenteel in behandeling is bij de Coördinatie-commissie Openbare
Werken (C.O.W.te 's-Gravenhage. Spreker hoopt dat het rijk in deze zal subsidiëren
en geeft de gang van zaken aan.
Verder is reeds contact opgenomen met de Nederlandse Heidemaatschappij voor algehele
reconstructie van de polderwegen, welk contact regelmatig zal worden voortgezet.
Binnenkort zal een daartoestrekkend plan aan de raad worden voorgelegd.
Ten aanzien van de woningnood geeft de voorzitter de verzekering dat burgemeester en
wethouders hier het uiterste doen wat maar mogelijk is om verbetering in de situatie te
verkrijgen.