In feite wordt de sloot alleen grondig schoon gemaakt. De vermel
ding van het verbreden en uitdiepen is om andere motieven geschied.
Hij doet tot slot een krachtig beroep op de raad om de voorgestel
de 500,- te verhogen.
De VOORZITTER meent dat alleen een verhoging van het voor
gestelde bedrag gemotiveerd is, indien duidelijk vaststaat, dat
de gemeente de hoofdschuldige is van de vervuiling en wel in die
mate dat de voorgestelde werkzaamheden als gevolg daarvan nu
reeds nodig worden geacht.
Het lid van ELZAKKER meent wel te kunnen vaststellen, dat
de werkzaamheden van het schoonmaken van de watergang reeds na
een betrekkelijk klein aantal jaren wederom moeten worden uitge
voerd als gevolg van de lozing van het rioolwater in de sloten
van het waterschap. Het is echter zeer moeilijk uit te maken tot
welk percentage de gemeente de schuld daarvan draagt. Zulks moet
zijn een kwestie van vriendschappelijk overleg. Y/ijzende op de
goede verstandhouding die altijd bestaan heeft tussen het water
schap en de gemeente, geeft hij in overweging na de uitvoering
van het werk de papieren op tafel te leggen, waaruit het juiste
kostenbedrag zal blijken. Alsdan kan uitgemaakt worden welk deel
hiervan in alle redelijkheid nu voor rekening van de gemeente
behoort te worden genomen.
Het lid van den BOSCH vestigt er de aandacht op, dat ook de
kavelsloten ernstig zijn verontreinigd door het rioolwater.
Indien aan het waterschap een bijdrage wordt gegeven in de kosten
van het schoonmaken, komt het hem redelijk voor dat eveneens de
particulieren, die daarvoor in aanmerking komen, financieel
worden geholpen.
De VOORZITTER wijst er op dat in het rapport van de weg- en
waterbouwkundige van het bedrijf gemeentewerken duidelijk staat
dat de ernstige bezinking is geschied in het voorste gedeelte van
de hoofdwaterloop.
Het lid van den BOSCH zegt nadrukkelijk dat het schoonmaken
van de kavelsloten haast niet doenlijk is door de grondige ver
ontreiniging.
Het lid van EIZAKKER suggereert nu te besluiten tot de
verstrekking van 500,- en daarna na de ontvangst van het juiste
kostenbedrag van het gehele werk de kwestie van het verlenen van
een hogere bijdrage opnieuw onder de ogen te zien.
Het lid PETERS is van oordeel dat van gemeentewege tijdens
de uitvoering de nodige gegevens omtrent de verontreiniging moeten
worden ingezameld. Op basis hiervan is het mogelijk een verant
woorde beslissing te nemen.
De VOORZITTER kan zich hiermede accoord verklaren.
Het lid van den BOSCH persisteert bij zijn mening dat de
billijkheid gebiedt om ook de particulieren in deze te helpen.
De VOORZITTER is van oordeel dat zulks kan worden beslist
na ontvangst van de nodige verzoeken.
Daarna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de bijdrage
op 500,- te bepalen, met aantekening dat zo nodig na overlegging
van duidelijke bewijsstukken een eventuele verhoging opnieuw in
overweging kan worden genomen.