De VOORZITTER deelt mede, dat zulks het voornemen is. De leden TOLHUIZEN en GEERTS vragen of het voorgestelde crediet van 26.000,- bij betrekking via een plaatselijke hande laar wel toereikend is. De VOORZITTER is van opinie, dat verhoging van het crediet tot bijv. 28.000,- op geen enkel bezwaar stuit, indien de raad zich hiermede accoord verklaart. Het lid van ELZAKKER had gerekend op een bredere toelichting dan nu het geval is. De VOORZITTER brengt naar voren dat men in het onderhavige geval hoofd- en bijzaken dient te onderscheiden. Hoofdzaak is dat een crediet van voldoende grootte wordt gevoteerd voor de aan schaffing van een vrachtauto. Aan wie de levering uiteindelijk zal worden opgedragen, is slechts een bijzaak. Het komt hem niet ver standig voor te veel in details te treden. Wethouder KEIJ is van gevoelen, dat het uitgetrokken bedrag wel toereikend is. Men moet bij de keuze van de wagen goed letten op het meest voorkomende werk wat verricht moot worden. Gaat de voorkeur uit naar een auto, welke in staat is tot het verrichten van allerlei soorten vervoersbehoeften, ongeacht de frequentie van het soort werk, dan zal men een veel hoger bedrag moeten uittrekken. Hij betwijfelt of zulks wel economisch verantwoord is. Bepaalde soorten vervoersdiensten zal men toch in de toekomst aan derden moeten uitbesteden. Het lid PEETERS betoogt, dat de vooiwielaandrijving oorzaak is van de hoge prijs, doch de constructie waardoor men een lier c.a. kan benutten, hierop van niet zoveel invloed is. Tot slot ?\rordt zonder hoofdelijke stemming besloten 28.000,- voor de aanschaffing van een vrachtauto uit te trekken. 12. Voorstel tot beschikbaarstelling van een bijdrage van 500.- aan het waterschap "De Oude en Nieuwe Landen" in de kosten van het schoonmaken van een waterloop. Het lid RÜBBENS kan zich niet geheel verenigen met de motieven van burgemeester en wethouders om de bijdrage te bepalen op 500,-. Hij gaat in den brede de geschiedenis na van de veront reiniging van de watergangen van het waterschap De Oude en Nieuwe Landen door de lozing van de faecaliën uit de openbare riolering. O.m. wordt hierbij gewezen op de plaatsing van een stuw in de waterloop aan de oostelijke zijde van de Havendijk, nabij de gebouwen van de C.A.Y, Leze stuw diende om zoveel mogelijk de vervuiling te doen verminderen. Dit heeft begrijpelijkerwijze geen qfdoende voorziening betekend. Ook het feit dat de gemeente in het verleden 25,- per keer heeft betaald voor het z.g. trekken van de loos, staat hier min of meer buiten. Dit moest meermalen ge schieden om de vervuiling in de hoofwatergangen zoveel mogelijk tegen te gaan. Het vuil kwam zelfs voor in het oude Jappogat. De verontreiniging had een zodanige grote omvang aangenomen, dat na de lozing van het vuile water in de rivier de Mark enige dagen moest worden gewacht, alvorens het water uit de Mark kon worden gemalen in de waterlopen van het waterschap. Hij gelooft wel dat het opgegeven kostenbedrag ad 4.944,- aan de hoge kant is. Ook het vermelde in de begroting van de Nederlandse Heidemaatschappij inzake verbreden en uitdiepen is niet geheel juist.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1954 | | pagina 67