Het lid PLEVIER verklaart gaarne de heer Uittenbogaard
als industrieel- in Oudenbosch te willen begroeten, maar vraagt zich
toch af of het terrein wel geschikt is voor vestiging van een
conservenfabriek. De fabriek zal allerlei onaangename geuren
verspreiden, welke door de weètenwind gedreven zullen worden naar
het centrum. Ook zullen de verspreide dampen van nadelige invloed
kunnen zijn op de metalen en de andere materialen, welke in de
no„bijgelegen fabrieken worden verwerkt.
De VOORZITTER zegt dat in eerste instantie het oog gericht
was op de industrieterreinen langs de rivier de Mark. Tegen de
vestiging aldaar bleken bepaalde bezwaren te bestaan, o.m. de
aanwezigheid van een soortgelijke fabriek als de Betuwe en de
moeilijkheden met de lozing van het afvalwater.
Het lid PLEVIER doet de suggestie het voorstel aan te houden
en inmiddels inlichtingen in te winnen bij andere gemeenten omtrent
de door hem naar voren gebrachte bezwaren. Ook wijst hij er op dat
Uittenbogaard hoofdzakelijk vrouwelijke arbeidskrachten nodig
heeft, hetgeen verwikkelingen kan veroorzaken met de vele werk
nemers van de andere fabrieken.
Het lid PETERS vraagt zich af of da? reden is tot het weigeren
van de gevraagde medewerking met het oog op de beschikbare vrouwe
lijke arbeidskrachten.
De VOORZITTER meent dat tijdelijk in de gemeente en naaste
omgeving de arbeidsmarkt enigszins is overspannen. Hij gelooft
dat na de beëindiging van de suikercampagne de situatie anders
komt te liggen. Hij acht de aantrekking van Uittenbogaard's con
servenfabriek wel van belang. Hu wordt door vele ingezetenen aller
lei thuisarbeid verricht, als uien schoonmaken enz. Deze werkzaam
heden zullen voortaan in de fabriek verricht worden. Verder
vestigt hij er de aandacht op dat de gemeente aan de heer Uitten
bogaard geen enkele financiële faciliteit verleent. Het is een
algehele vrije vestiging, waarbij alle risico's ten laste van het
bedrijf zelf komen.
Het lid van der SMISSEN informeert naar het aantal te plaatsen
arbeiders
De VOORZITTER antwoordt dat van het totale aantal ongeveer
1/3 wordt gevormd door mannen en het restant door meisjes. De
fabriek heeft niet het gehele jaar door een vaste bezetting. In
de zomermaanden kan het aantal 80 bedragen.
Na ampele discussie wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
het punt aan te houden om gelegenheid te geven voor het inwinnen
van nadere informaties.
Ook het voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet voor
de gedeeltelijke aanleg van een verbindingsweg_van de Industrieweg
met de Roosendaalscstraat wordt zonder hoofdelijke stemming aan
gehouden, omreden dit punt min of meer verband houdt met het
voorstel tot verstrekking in erfpacht van industrieterrein aan de
conservonfabriek Uittenbogaard.
24. Voorstel tot vaststelling van een verkeersregeling voor het
kruispunt Wagenhoek.
Het lid TOLHUIZEN wijst er op dat de raad enige tijd geleden
besloten heeft de aanwijzing van de St. Bernaertsstraat en Markt
als voorrangsweg op te heffen.