De VOORZITTER wijst er op dat in iedere gemeentè. een bepaalde
ruimte moet worden aangewezen voor het innemen van standplaats met
woonwagens. Is geen terrein aangewezen, dan mogen de wagens praktisch
op ieder openbaar terrein worden neergezet. Hij begrijpt goed dat de
ruimte in de Galgestraat geen ideale plaats is. Overigens zitten aan
het vraagstuk van de woonwagens met hun bewoners verscheidene facetten.
Het lid TOLHUIZEN betoogt verder dat men in de nabij gelegen
kwekerij van de bewoners in kwestie overlast ondervindt. Boompjes
worden vernield, terwijl bij gebrek aan iets anders de was wordt opge
hangen met benutting van een paal, eigendom der Nederlandse Spoorwegen.
Alles bij elkaar genomen persisteert hij om een andere meer geschikte
plaats, voorzien van enige accomodatie, aan te wijzen.
Het lid PETERS staat enigszins huiverig tegenover de suggestie
van de vorige spreker. Biedt men meer comfort, dan is de consequentie
hiervan dat nog meer woonwagens worden aangetrokken.
Het lid van den BOSCH bepleit bij het veroorzaken van schade
door woonwagenbewoners dat deze voor rekening der gemeente wordt her
steld,
De VOORZITTER zegt dat degene, die de schade veroorzaakt, van
zelfsprekend de herstelkosten moet betalen. Dit geldt onverzwakt voor
eenieder.
Wethouder KEIJ deelt mede, dat vroeger de wagens een plaats
zochten op het Turfhoofd. Gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de
openbare los- en laadplaats was dit helemaal geen geschikt terrein.
Om die reden is het bewuste terrein in de Galgestraat aangewezen.
Wethouder van OOSTERHOUT onderschrijft de woorden van zijn collega
Wethouder KEIJ wijst verder op de gemeente Roosendaal, alwaar
men ook enige tijd geleden het woonwagenkamp aan de weg Roosendaal-
Breda in de nabijheid van de gebouwen van de P.N.E.M. heeft verplaatst
naar het zeer ver van het centrum gelegen Visdonk.
Het lid TOLHUIZEN vermeent een geluid te horen om de woonwagen
bewoners min of meer uit te stoten. Bij de bespreking van de onder
havige kwestie dient men hierboven te staan. Hij bepleit nogmaals het
treffen van enige voorzieningen onder opmerking dat naar hem bereikte
mededelingen de directeur van gemeentewerken tot dusver steeds ge
weigerd heeft tot het plaatsen van enige ijzeren palen met draden,
waaraan de was zou kunnen worden opgehangen.
De VOORZITTER betoogt dat hem totaal niets bekend is van een
verzoek als bedoeld door de vorige spreker. Vanzelfsprekend is dit
dan ook niet door burgemeester en wethouders afgewezen. Of de directeur
van gemeentewerken op dit terrein iets heeft ondernomen, is hem
eveneens onbekend. Hij zegt toe dat op ieder schriftelijk verzoek een
verantwoorde beslissing zal worden genomen. Wel acht hij het nodig
bij het treffen van voorzieningen zeer bedachtzaam op te treden.
Het lid van ELZAKKER informeert hoe het staat met de bouw van het
badhuis en de plannen voor de stichting van een zwembad.
De VOORZITTER zegt dat weldra het badhuis in gebruik zal kunnen
worden genomen.
Met betrekking tot het zwembad is de commissie ad hoe nog doende
met haar arbeid. Zodra het rapport binnenkomt, zullen burgemeester en
wethouders zich hierover beraden, waarna voorstellen of mededelingen
dienaangaande kunnen worden verwacht.