1 9. Voorstel tot het aangaan van eengemeenschappelijke regeling voor het buitengewoon lager"~bnderwijs en de nazorg in Roosendaal en omgeving. 10. Voorstel tot? a. 'je wijziging van het "algemeen Ambtenarenreglement"; bTTë~wijziging van de' "Arbeidsovereenkomstenverordening"; c. Ie wijziging van dé "Uitkeringsverordening1' Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig besloten. 11. Behandeling van de nota van aanmerkingen van de gedeputeerde staten dgzer*provineie op de begrotingen 1954 en tot vaststelling van de hieruit voortvloeiende begrotingswijzigingen Het lid TOLHUIZEN verneemt gaarne of de raad inderdaad bij de aankoop van het pand St, Bernaertsstraat 25 besloten heeft dit te bestemmen tot ambtswoning. In de ontwerp-brief aan de gedepu teerde staten wordt er van uitgegaan dat het pand geen ambtswoning is. De VOORZITTER zet uiteen dat in feitelijke zin het pand wel een ambtswoning is. In formele zin echter niet, want de gedepu teerde staten hebben de huur vastgesteld. Indien het huis in for mele zin een ambtswoning was, zou automatisch ingevolge de geldende regeling de huur bedragen 12$ van de jaarwedde ofwel gelijk zijn aan de huurwaarde krachtehs de personele belasting. Op het ogenblik wordt dus de woning op gewone basis aan spreker verhuurd. Het lid TOLHUIZEN merkt op, dat hij het niet heeft gehad over de financiële zijde. Hij heeft het oog meer gericht op de bezwaren welke zich eventueel kunnen voordoen wanneer de woning moet worden ontruimd ten behoeve van een opvolger. Bij een ambtswoning heeft de gemeente meer zekerheid dat het pand in kwestie wordt ontruimd. De VOORZITTER antwoordt dat de huurvaststelling door de gede puteerde staten automatisch inhield dat in het onderhavige geval van geen ambtswoning sprake is. Immers de huurbepaling van een ambtswoning wordt geregeld in het bezoldigingsbesluit van de burge meesters Het lid GEERTS betoogt dat naar zijn mening de raad indertijd bij de aankoop van het pand St. Bernaertsstraat 25 wel de intentie heeft gehad dit metterdaad te bestemmen tot ambtswoning in formele zin. Het lid RUBBENS uit zich in gelijke zin. Het lid PLEVIER informeert naar het essentiële verschil tussen een woning verhuurd op gewone basis door de gemeente aan de burgemeester en een ambtswoning in formele zin. Het lid TOLHUIZEN wijst op de moeilijkheden welke zich kunnen voordoen indien de burgemeester overlijdt en de woning blijft in gebruik bij de weduwe met kinderen. Is de woning op gewone basis verhuurd, dan doen zich grote bezwaren voor om de woning vrij te krijgen voor de opvolger. Gaat het in dit geval om een ambtswoning in formele zin, dan staat de gemeente ook bij andere autoriteiten veel en veel sterker. Na enige discussie wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het pand St. Bernaertsstraat 25 te bestemmen tot ambtswoning en het concept-antwoord aan de gedeputeerde staten dienovereenkomstig te herzien.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1954 | | pagina 39