De VOORZITTER deelt voorts mede dat burgemeester en wethouders
spoedig met een nader voorstel zullen komen.
Het lid RUBBENS acht het een bezwaar dat de directeur er
tegen is. Dit kan tot gevolg hebben dat van de auto niet het
zuinigste gebruik zal worden gemaakt.
De VOORZITTER zou het prettiger gevonden hebben indien ook de
directeur had geadviseerd een vrachtauto aan te kopen.
4. Voorstel tot toekenning van de naam "Dokter Huijsmans-plantsoen"
aan het plein, dat tegenover het St. Elisabethziekenhuis zal
worden aangelegd.
Het lid RUBBENS heeft uit de ter inzage gelegen stukken ge
zien, dat op de grond langs het West-Vaardeke slechts een 12-tal
woningen zal worden gebouwd. Bij de aankoop van de grond is gezegd
dat ongeveer 18 b. 20 huizen daar zouden kunnen worden gesticht.
Hij vraagt of later nog meer woningen zullen worden opgericht.
Verder uit hij zijn bezwasen, verbonden aan de voortdurende ont
trekking van cultuurgrond aan zijn agrarische bestemming. Dit in
verband met de gedeeltelijke benutting van de grond voor de aan
leg van een plantsoen.
Het lid GEERTS acht de ruimte voor de inrichting van een
plantsoen betrekkelijk klein.
Het lid TOLHUIZEN vraagt zich af of het pleintje, aan te
leggen tegenover het St. Elisabethsgestichtniet te klein van
omvang is in verhouding tot het belangrijke werk van de man naar
wie het plantsoen zal worden genoemd. Wellicht kan enige uitbrei
ding eraan worden gegeven.
De VOORZITTER zegt toe hieraan indien mogelijk aandacht te
zullen schenken.
Wethouder KEIJ wijst er nog op dat de gronden in kwestie
vroeger eigendom waren van Dr. Huijsmans. Door de projectering van
enig plantsoen langs St. Elisabethstraat en West-Vaardeke verkrijgt
men ook een ruimer uitzicht voor het verkeer.
Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
5. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woning Jan Teunis-
straat 6.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten,
6. Voorstel tot aankoop van grond langs de Industrieweg
Het lid TOLHUIZEN vraagt of een eventueel besluit tot aankoop
van de grond niet moet worden ingetrokken, indien Ir. Oosterholt
tot de conclusie komt niet een tweede gasontvangststation te
moeten bouwen. Nu wordt ook geadviseerd tot intrekking van het
besluit tot aankoop van grond, van de heer E. Brand,
Het lid PLEVIER wil gaarne weten de redenen van de staats
mijnen om nog eens goed na te gaan of de bouw van een nieuw gas
ontvangststation wel de voordeligste weg voor de gemeente zal zijn.
De VOORZITTER zegt dat Ir. Tychon pas na het overlijden van
de heer Koreman contact met het gemeentebestuur heeft opgenomen.