5
22. Voorstel tot;
a7 verkoop van grond aan de N.V. de Vereenigde Blikfabri eken;
E". verstrekking van~een hypothecaire geldlening ten behèeve van de
voorgenomen uitbreiding van de hal Industrieweg 11.
De VOORZITTER deelt mede dat de directie van de Verblifa
gevraagd heeft voor de geprojecteerde" uitbreiding een hypothecaire
geldlening te verstrekken, af te lossen in 10 jaren. Hieraan zit
vastgekoppeld da$ in eigendom zal moeten worden overgedragen het
bouwterrein. De Verblifa zal daardoor van het begin af aan vol
ledig eigenaar zijn. In het begin was gedacht de aan te bouwen hal
in huurkoop te verstrekken. Uiteindelijk heeft de Verblifa om^
redenen van fiscale aard de voorkeur gegeven aan de hypothecaire
geldlening voor de financiering van de bouw. Burgemeester en wet
houders stellen dan ook voors
a. voor de prijs van 1,- per 2 te verkopen 1074 m2, zijnde het
bouwterrein waarop de hal zal worden uitgebreid;
b. voor de financiering een hypothecaire geldlening te verstrekken,
af te lossen in 10 jaren en voorts onder dezelfde voorwaarden
waaronder de gemeente het geld aantrekt;
c. indien het besluit onder b geen goedkeuring kan verwerven van
de gedeputeerde staten alsdan de uitbreiding van de hal in
huurkoop te geven.
Het komt burgemeester en wethouders voor datin beide gevallen
vrijwel geen sprake is van enig risico voor de gemeente, daarbij
lettende op de soliditeit van de onderneming.
Het lid RUBBERS schaart zich achter het voorstel.
Het lid PETERS informeert of burgemeester en wethouders als
dan nog zeggenschap hebben over de indeling van de fabriek.
De VOORZITTER antwoordt, dat er gebouwd wordt volgens het
bestek dat het architectenbureau Keij-Verduin heeft samengesteld
in overleg zowel met de gemeente als met de directie van de
Verblifa.
Het lid van der SMISSEN vraagt of de gedeputeerde staten
deze besluiten wel zullen goedkeuren.
De VOORZITTER zegt dat zulks moet worden afgewacht.
Het lid PLEVIER wil gaarne weten of de verkoop gekoppeld is
aan de hypotheekverlening. Voorts wijst dit lid erop dat de
aanbouw eigendom wordt van dé Verblifa, terwijl het overige ge
deelte eigendom der gemeente blijft en op basis van een huurkoop
overeenkomst in gebruik is bij de blikfabrieken.
De VOORZITTER merkt op dat de verkoop inderdaad verbonden is
aan de hypothecaire geldverstrekking. Dat de aanbouw eigendom
wonidt van de Verblifa en de bestaande bedrijfsruimte voorlopig
eigendom blijft van de gemeente, brengt geen onoverkomelijke be
zwaren met zich. In eerste instantie zou het geheel in huurkoop
worden gegeven. Piscale motieven zijn oorzaak dat nu naar de
voorgestelde vorm is gestreefd.
Het lid PETERS zou willen vastleggen dat ook na verloop van
tijd de bestaande hal in huurkoop aan de Verblifa moet overgaan.
De VOORZITTER zegt dat zulks reeds op verzoek van de Blikfa
brieken is vastgelegd.
Na enige verdere discussie wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.