VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op Liaan dag 22 Maart 1954,
des avonds om 19*00 uur
Aanwezig de leden; J.A.J.P. Keij, C.A, van Oosterhout, H.M,
Rubbens, H.C. Geerts, N. Vissenberg, M.A. van den Bosch, A.C.
van der Smissen, Ojix*. van Elzakker, J.A.F.M, van Spaandonk,
L.J.M. Peters, Hl Tolhuizen en J.J. Blaakman.
Afwezig het lid J.J. Plevier.
Voorzitter: B. Punk.
Secretaris: J.F. van Hoek.
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
2. Notulen.
Het lid RUBBENS vraagt met verwijzing naar punt 12 van de
notulen,waarin spreker zich schaart achter de zienswijze van de
directeur van gemeentewerken met betrekking tot de behandeling
van de landwegen met slakken, of burgemeester en wethouders dit
standpunt ook onderschrijven. Hij wijst nogmaals op de slechte
staat, waarin de landwegen verkeren en deelt mede gehoord te
hebben, dat in Hoeven zeer spoedig een begin zal worden gemaakt
met de verbetering van enige wegen, welke zich eveneens in slechte
conditie bevinden.
De VOORZITTER zegt dat voor zover zijn informaties reiken,
in West-Brabant er nog geen enkel P.C.W.-werk is vrijgegeven.
Hij betwijfeld dan ook de juistheid van de mededeling ten aanzien
van de gemeente Hoeven. Overigens betoogt hij dat burgemeester en
wethouders alles in het werk zullen stellen om ten spoedigste de
verbetering der landwegen aan te pakken.
De notulen van de vergadering van 25 Januari 1954 worden
daarna zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
5. Ingekomen stukken
Ingekomen zijn:
1. brief dd. 17-2-54, G nr. 77795H van de gedeputeerde staten
inzake Woonruimtewet 1947, met als bijlage de brief dd,
5-2-54 van de minister van maatschappelijk werk inzake de moge
lijkheid of wenselijkheid artikel 31 van de Woonruimtewet 1947
(staatsblad H 291) al of niet toe te passen;
2. ongedagtekende brief van de bond van mobilisatie-invaliden en
van hunne nabestaanden en stichting "de Nederlandse soldaat"
te Drachten;
3. brief dd. 10-2-54, G nr. 77184 van de gedeputeerde staten in
zake vergoeding raadsleden.
1, Het lid PETERS vraagt of burgemeester en wethouders genegen zijn
geheel of gedeeltelijk woningruil vrij te laten.
De VOORZITTER antwoordt, dat in de meeste gevallen burge
meester en wethouders met woningruil accoord gaan. Het gebeurt een
enkele keer dat men hiertegenover afwijzend staat, wijl geen enkel
Oudenbosch belang in het spel is.
t