9» Voorstel tot verkoop van het boscomplex Scherpenberg Het lid RUBBENS merkt op dat hij altijd voorstander is geweest om deze gronden van de hand te doen. Wanneer deze verkoop doorgang vindt, dan zal de hetto-opbrengst 33.600,- bedragen. Brengt men hierop in mindering de waarde van de hout opstand welke door de Nederlandse Heidemaatschappij wprdt getaxeerd op 19.334,- dan resteert als opbrengst van de verkoop van de maagdelijke grond 14.266,- ofwel 660,- per ha. Hij vindt deze prijs niet bepaald redelijk, temeer niet nu er momenteel een streven naar grondaankoop bestaat. In de gemeente Hoeven werd voor soortgelijke grond het dubbele bedongen. De VOORZITTER antwoordt hierop dat het hier in feite woeste grond betreft. De bepaling van de waarde laat hij graag aan deskundigen over. Dit is evenwel de uiterste prijs welke de heer van der Tuijn meende te kunnen accepteren. Het oorspronkelijke bod bedroeg slechts 30.000,-. Voor deze gemeente is er het nadeel dat de bossen buiten de gemeente zijn gelegen en jaarlijks, evenals Maple Farm, hoge onderhoudskosten met zich meebrengen. Het lid van LOON informeert of het niet mogelijk is ook dit complex aan het Ministerie van Defensie te verkopen. De heer van der Tuyn heeft Maple Farm ook reeds aangekocht. Volgens zijn mening krijgt men de indruk van speculatie en - gelet op de prijs is hij dan ook geen voorstander om de grond te verkopen. De VOORZITTER meent deze aangelegenheid het zuiverste aldus te kunnen formuleren: Is de gemeente beter af met de grond danwel met geld. Hij wijst nogmaals op de onderhouds- en verzekerings kosten. Het lid van LOON merkt op dat de gronden zeer gunstig langs de weg zijn gelegen en acht het mogelijk een veel hogere prijs te verkrijgen. Hij vraagt zich af of het ministerie van defensie geen hogere prijs zou hebben geaccepteerd. Wethouder KEIJ antwoordt hierop, dat - daargelaten of dit ministerie wel interesse heeft in deze gronden - het rijk een vaste prijs bepaalt waaraan ook wordt vastgehouden. Het lid van LOON vraagt zich af of het beslist nodig is de grond van de hand te doen, waarop wethouder van OOSTERHOUT in herinnering brengt, dat het initiatief daartoe indertijd van de raad zelf is uitgegaan. Het lid van LOON is van mening dat de heer van der Tuijn de boscomplexen niet voor zich alleen koopt. Hij is er voorstander van om dan zelf ook maar eens te speculeren en te trachten de prijs op bijv. 50.000,- vastgesteld te krijgen. Wethouder KEIJ krijgt de indruk dat het lid van Loon van mening is dat hier een "schijnpersoon" tussen zit. Deze gedachte is niet juist, het betreft beide keren dezelfde persoon. Ook het lid van der SMISSEN wijst erop, dat het initiatief tot verkoop indertijd van de raad zelf is uitgegaan. Men dient hier vooral de jaarlijkse kosten niet uit het oog te verliezen. Het lid 'RUBBENS geeft nog te kennen dat z.i. de waarde van de grond hoger is dan die van Maple Farm. De VOORZITTER brengt nogmaals naar voren dat de bedongen prij als uiterste bod van de heer van der Tuijn dient te worden be schouwd en brengt het voorstel hierna in stemming.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1953 | | pagina 9