2
7. Voorstel tot vaststelling van de vergoeding per leerling voor
1953 en 1954 op 37>- ten behoeve van het v.g.l.o., zomede tot""
vaststelling van het voorschot 1934 op 949» o7«
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten,
8. Voorstel tot vaststelling van de voorschotten aan schoolbesturen
op de vergoeding, bedoeld in artikel 101 der Bager-onderwijswet 1920
voor g.l.o.u.ï.o. en v.g.l.o. voor 1934»
9. Voorstel tot vaststelling van de voorschotten aan de schoolbesturen
op de vergoeding voor het vakonderwijs voor 1934.
10. Voorstel tot vaststelling van de vergoeding voor het vakonderwijs
over 1952.
11. Voorstel tot vaststelling van de vergoedingen, bedoeld in
artikel 101 der li age r-onderwijswet 19P0» ten behoeve van de scholen
voor g.l.o. enu.l.ol over 1932 en van de bedragen van de daarvoor-
in aanmerking komende uitgavent
12. Voorstel tot 2e wijziging van de verordening tot regeling van de
vergoeding van verplaatsingskosten.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform
bovengenoemde voorstellen.
13. Voorstel tot het van toepassing verklaren van de verordening tot
regeling van de vergoeding van verplaatsingskosten op het onderwijzend
personeel van de bijzondere scholen voor g.l.o.. v.g.l.o. en u.l.o.
Het lid PLEVIER vraagt waarom in het concept-besluit alleen
sprake is van gehuwden.
De VOORZITTER zegt dat met het oog op de aanwezige onderwijs-
internaten het besluit zodanig is geredigeerd. Daardoor wordt voor
komen dat vergoedingen verschuldigd zijn bij overplaatsingen, welke
op andere motieven dan onderwijsbelangen geschieden. In de praktijk
kan men de verordening wel in dier voege toepassen dat vergoedingen
worden uitgekeerd aan ongehuwde leken, indien van een reële over
plaatsing kan worden gesproken.
Het lid GEERTS acht het alleszins billijk dat men verplaatsings
kosten vergoedt aan het eigen personeel. De benoeming van deze ge
schiedt immers ook door de eigen gemeentelijke colleges. Bij onder-
wijsbenoemingen ligt het geval z.i. anders, want hierin wordt de
raad helemaal niet gekend.
De VOORZITTER vestigt de aandacht van ie vorige spreker op de
bepaling in de lager-onderwijswetbeogende een financiële gelijk
stelling tussen het openbaar en het bijzonder onderwijs.
Het voorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
aanvaard
14» Voorstel tot het verlenen van medewerking op de aanvrage ex
artikel 72 der Lager-onderwijswet 19pp voor de aanschaffing van
banken ten behoeve van de St. Josephschool 43e wijziging gemeente
begroting 1933T
Zonder hoofdelijke stemming wordt de gevraagde medewerking ver
leend en terzake 3.086,25 op de begroting 1953 uitgetrokken.