Het lid PLEVIER vraagt of de mogelijkheid bestaat dat de eigendom van de grond de gemeente zal ontgaan. De VOORZITTER antwoordt dat vanzelfsprekend de grond ook aan derden kan worden verkocht. Benutten deze het terrein voor woningbouw, dan is hier niets op tegen. Ingevolge het uit breidingsplan rust op de grond de bestemming van woningbouw. Het lid PLEVIER stelt vervolgens voor burgemeester en wethouders te machtigen tot de aankoop van het perceel mits een onderzoek uitmaakt dat hot terrein in alle opzichten geheel bouwrijp is. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. 5. Voorstel tot vaststelling van een schadeloosstelling, uit te keren aan P.B~ van Meer, wonende alhier, pachter van het perceel sectie A 4-10» gelegen aan de Kaaiweg,- wegens ontbinding van de Fêtreffende pachtovereenkomst per T November 1955 Het lid PLEVIER zegt ditmaal nog te zullen voorstemmen. In het vervolg zal hij een ander standpunt innemen. Hij dringt aan de aankoop van grond op een dusdanig tijdstip te doen, dat geen hoge pachtvergoedingen behoeven te worden uitgekeerd. De VOORZITTER deelt mede, dat met de gravin de Chambure- Cuypers te Hoogerheide langdurige onderhandelingen zijn gevoerd over de aankoop van het onderhavige perceel. De prijs lag in het begin aan de te hoge kant, zodat ook het prijzenbureau voor onroerende zaken daaraan geen fiat wilde verlenen. Over en weer zijn er diverse besprekingen gevoerd, m.m. nog met de rent meester van de gravin. Onderwijl expireerde de pachtovereenkomst in November 1952 en werd een nieuw contract voor 6 jaren aange gaan. De rijksconsulent voor grond- en pachtzaken is dan ook bij de berekening van de pachtvergoeding uitgegaan van nog 5 jaren pacht. Het lid van der SMISSEN acht de vergoeding eerder aan de te lage kant. Hij is van oordeel dat ook sociale factoren bij de vaststelling van de compensatie in aanmerking moeten worden ge nomen. Hij vraagt zich voorts af of men niet kan uitgaan van vaste normbedragen. De VOORZITTER betoogt dat zulks zeer bezwaarlijk is. Geval voor geval dient te worden beoordeelt met inachtneming van alle zich hierbij voordoende omstandigheden. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming het voorstel aanvaard Het lid van den BOSCH vraagt de aandacht voor het feit dat andere mensen al meer dan 5 jaren wachten op enige schadever goeding wegens voortijdige pachtbeëindiging. De VOORZITTER zegt dat hem zulks niet bekend is. Het lid van den BOSCH deelt nog mede, dat toentertijd de toe zegging is gedaan dat aan betrokkene zo gauw mogelijk andere per celen zouden worden toegewezen. Hiervan is tot op heden niets terecht gekomen. De VOORZITTER zegt toe dat burgemeester en wethouders deze kwestie in overweging zullen nemen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1953 | | pagina 37