Volgens het lid RUBBENS behoeft dit niet zo zeer een kwestie te zijn van slecht graszaad. Het is mogelijk dat zulks aan de grond of aan de bemesting ligt. Het lid van der ^MISSEN merkt op, dat het hier een werk betreft in overleg tussen de Nederlandse Heidemaatschappij en de De VOORZITTER zegt toe naar de hoedanigheid van de grasmat een deskundig onderzoek te laten instellen. Het lid VISSENBERG merkt op, dqt bij de bespreking van dit object in de bedrijvencommissie is bepleit een grassoort te ge bruiken, welke sterke zoden oplevert, zodat een vaste grondslag wordt verkregen. Dit lid suggereert in 1953 een veld te bespelen en het andere te laten liggen tot 1954. De VOORZITTER meent, dat hier voorzichtigheid betracht moet worden. Hij is van oordeel, dat men beter geduld kan beoefenen en dan een goed sportpark ter beschikking heeft. Het lid GEERTS meent de firma, welke het werk aangenomen heeft, verantwoordelijk te moeten stellen. Het lid van der SMISSEN zegt dat er speelvelden zijn, welke vier maanden na de inzaai gebruikt konden worden. Hij is van mening dat dit hier ook mogelijk geweest zou zijn. De VOORZITTER deelt hierna mede, dat over enige tijd het nieuwe veilinggebouw in gebruik zal worden genomen. Op een gehouden vergadering is besloten het aspect van de 5 gemeenten, welke van het gebouw gebruik maken, beter tot zijn recht te laten komen. Besloten was daarom de wapens van deze gemeenten aan te brengen in de muur, waarin zich de veilingklok bevindt. Hij is van mening, dat het accent van de gemeente Oudenbosch moet leven. Deze aanschaffing zal een uitgave vergen van 80,- 5. 90,-. De raad stemt hiermede in. 15. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering met gebed. K.N.V.B. de voorzitter 32/38/ hhu/2 4-4-53/17

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1953 | | pagina 26