VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD op Donderdag, 16 April 1953 des avonds om 19.00 uur Aanwezig de leden; J.A.J.P. Keij, C.A. van Oosterhout, H.M.Rubbens, H.C. Geerts, N. Vissenberg, P.O. van Loon, P.J. VeekeM.A. van den Bosch, J.J. Plevier, A.C. van der Smissen, J.A.F.M. van Spaandonk en M.J. Verheijen. Afwezig met kennisgeving het lid B. Burgers. Voorzitters B. Punk. Secretaris, H.J. Klijn, waarnemend. 1Opening. De voorzitter opent de vergadering met gebed. 2. Notulen. De notulen van de vergadering van 10 Maart 1953 worden zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De voorzitter deelt met betrekking tot de vraag, welke het lid Geerts bij de rondvraag heeft gesteld, mede, dat inmiddels door de B.B.A. gevolg is gegeven aan het verzoek en op het punt Eikenlaan-Bos schend i jk een bushalte is gevestigd. 3. Ingekomen stukken. Ingekomen zijn; a. brief dd. 2-4-53 van het hoofd van het ambtsgebied der Ned. Heidemaatschappij te Breda, inzake de bodemgesteldheid van het terrein waarop de ijsbaan is geprojecteerd. Dit terrein wordt hiervoor geschikt geacht. b. brief dd. 3-4-53 van de fok- en contrölevereniging Gastel en Omstreken, betreffende de intrekking van het subsidie. c. brief dd. 14-4-53 van de stichting Kinderspeeltuin Oudenbosch betreffende bijdrage in aanschaffing glijbaan. Ten aanzien van de brief sub b genoemd, merkt het lid RUBBENS op, dat deze vereniging van de boeren uit gaat. Desondanks acht hij het niet een kwestie van algemeen belang, dat voor de productie verhoging van het vee, waarbij de boeren zelf het meeste belang hebben, een subsidie wordt verleend. Ook de melkfabriek te Hoeven stimuleert de verhoging van de melkproductie, doch doet daarvoor geen beroep op de gemeente. Hij is van oordeel, dat de raad zijn oorspronkelijk ingenomen standpunt moet handhaven. Het lid GEERTS merkt op, dat het t.b.c.-onderzoek van het vee wel een kwestie van algemeen belang is, doch ziet de productie verhoging uitsluitend als een persoonlijk belang voor de betreffende boeren. Ook dit lid is van mening, dat geen reden aanwezig is om van het oorspronkelijk ingenomen standpunt af te wijken. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. De VOORZITTER deelt met betrekking tot de sub c genoemde brief mede, dat de speeltuin meer en meer een trekpleister voor de jeugd wordt. Er bestaat behoefte aan uitbreiding van de speelwerktuigen, i.e. aan een glijbaan voor de jeugd. Bij de uitvoering hiervan stuit men op financiële moeilijkheden. Om deze uit de weg te ruimen wil de stichting trachten onder de bevolking een renteloze obligatie lening te plaatsen van 2.000,-, verdeeld in 200 stukken van 10,-. Dan nog zal er een tekort van 1.000,- resteren. Hij is van mening dat een eenmalig subsidie van 1.000,- hier op zijn plaats is.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1953 | | pagina 20