li
16. Voorstel tot aankoop van het perceel sectie A 4-10 gelegen
aan de Kaaiweg.
Het lid van der SMISSEN merkt op dat bij vorige gelegen
heden doorgaans ook overleg werd gepleegd met de pachter. In
dit geval is dit het hoofd van een groot huisgezin en hij hoopt
de^t burgemeester en wethouders ook zover mogelijk tegemoetkomend
zullen zijn.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat ten aanzien van pacht-
aangelegenheden overleg wordt gepleegd met het rijksbureau voor
grond- en pachtzaken. Hij betreurt het dat deze zaak zolang heeft
gestagneerd, waardoor met November j.l. een nieuwe pachttermijn
is ingegaan.
Het lid RUBBENS vindt dat de prijs abnormaal hoog is, maar
de gemeente kan deze gronden niet missen.
Nadat de VOORZITTER in verband met enkele suggesties heeft
opgemerkt dat steeds getracht wordt de pachtvergoedingen zo
redelijk mogelijk vast te stellen, wordt zonder hoofdelijke stem
ming besloten conform het voorstel.
17. Voorstel tot verkoop en tot het in optie geven van gronden
gelegen aan de rivier de Mark, aan de koninklijke Maatschappij
"De Betuwe" N.V. te Tiel.
In aansluiting op het prae-advies merkt de voorzitter op, dat
de gemeente reeds enkele maanden in onderhandeling is geweest
met de Koninklijke Maatschappij "De Betuwe" en het verheugt hem
dat men thans tot een accoord gekomen is. Bij een uitgiftetermijn
van 10 jaren was de verkoopprijs berekend op 2,50 per m2. Nu
een dergelijke grote oppervlakte reeds thans verkocht kan worden
wordt het gecalculeerde renteverlies natuurlijk aanmerkèlijk lager,
waardoor een verkoopprijs van 2,10 per m2 dan ook alleszins
gerechtvaardigd moet worden geacht.
Het lid GEERTS heeft alle respect voor de paraatheid en
de voortvarendheid van burgemeester en wethouders om deze terreinen
zo spoedig mogelijk haar bestemming te doen geven. Deze trans
actie kan hem evenwel toch nog niet zo erg bevredigen, aangezien
juist het middenstuk wordt verkocht, waardoor de zijvleugels
waarschijnlijk in waarde zullen dalen. Verder zal men hier naar
zijn mening waarschijnlijk niet kunnen spreken van "industrie"-
vestiging, het heeft er meer de schijn van dat dit terrein een
opslagplaats zal worden voor seizoenwerk.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat slechts aan één zijde
een kleinere oppervlakte zal resteren, waarvan het helemaal niet
zeker is dat de waarde zal dalen. Het is zeer wel mogelijk dat
zich hierop een kleinere industrie zal gaan vestigen. Aan de
andere zijde zal, indien het voorstel bedoeld bij punt 14 van de
agenda de goedkeuring van de raad kan wegdragen, een nieuwe opper
vlakte van 3 ha in gereedheid worden gebracht.
Zeer begrijpelijk spreekt de maatschappij zich niet uit wat
zij precies van plan is. Indien gedurende een periode van 4 5
maanden per jaar een grote groep arbeiders hier constant werk kan
vinden, is dit reeds een mooi succes, gelet op de agrarische om
geving en bovendien is dit bedrijf van waarde voor de plaatselijke
veiling.
Er hebben zich verder geen reflectanten voor dit terrein
aangemeld en een maatschappij als de onderhavige zal zeer zeker in
verschillende gemeenten welkom zijn.
Het lid GEERTS merkt op dat men in Breda heeft getracht een
terrein aan een waterweg te verkrijgen, hetwelk niet is gelukt,-