1
18, Voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet ad
9,950,- voor de uitbreiding der riolering in de nieuwe wijk
en tot 30e wijziging van de gemeentebegroting 1952.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aanvaard.
19. Voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet ad 28.600,-
voor de stichting van een badhuis en tot 31e wijziging van de
gemeentebegroting 1952.
Het lid PLEVIER stelt vast dat, ofschoon hij altijd een
voorstander is geweest voor de stichting van een badhuis, de
behoefte hieraan afneemt. De nieuwe woningen zijn immers voorzien
van een douchegelegenheid. Komt het badhuis tot stand dan zal
wellicht de animo voor een zwembad minder worden. De aanleg van
een zwemgelegenheid komt spreker echter urgenter voor. Hij
heeft zich afgevraagd of de ruimte van de gasfabriek niet voor
een ander doel kan worden benut. In dit verband denkt hij aan
de inrichting van een turnzaal. Naar zijn gevoelen is hieraan
in Oudenbosch een grote behoefte.
Het lid GEERTS is het tot op zekere hoogte eens met het
lid Plevier. De oude woningen zijn echter voor verreweg het
grootste deel verstoken van een douchegelegenheid. De bewoners
zijn dus niet in staat tot het nemen van een bad of douche.
Het lid van SPAANDONK suggereert het houden van een enquête
onder de bevolking teneinde haar gevoelen te peilen,
De VOORZITTER heeft daartegen geen enkel bezwaar, mits de
ingezetenen mede willen werken.
Wethouder KEIJ vraagt zich af met alle respect voor het
plan van het lid Plevier op welke wijze de ruimte in de gas
fabriek zo nuttig mogelijk voor een ander doel kan worden ge
bruikt, Zulks temeer nu St, Louis bezig is met de bouw van een
2e gymnastiekzaal.
In dit verband deelt de VOORZITTER mede onlangs Broeder
Venantius te hebben gesproken. Deze heeft toen toegezegd dat
het bestuur van St. Louis bereid is om het in aanbouw zijnde
gymnastieklokaal in de avonduren ter beschikking te stellen van
de burgerij. Door een rechtstreekse verbinding via de Brouwerij
straat zou een gemakkelijke toegangsweg worden verkregen, zodat
men niet via het klooster het lokaal hoeft te bereiken.
Het lid PLEVIER zou gaarne zien dat St. Louis zich in dezen
duidelijk uitspreekt.
Wethouder van OOSTERHOUT verklaart zich een sterk voor
stander van de stichting van een badhuis. In het belang van de
volkshygiene dient dit zo spoedig mogelijk gerealiseerd te
worden. Zowel voor een badhuis als een zwemgelegenheid is er
plaats. Naar zijn opinie bevordert het ene ook het andere;
het grijpt in elkaar.
Het lid van der SMISSEN ondersteunt de suggestie van het
lid van SPAANDONK tot het houden van een enquête. Zulks geschiedt
ook door het lid PLEVIER,
Daarna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten een
enquête te houden onder de bevolking alvorens te beslissen
over het voorstel van burgemeester en wethouders.