^et verlenen van eervoft ontslag aan de edel
achtbare heer J.L.P.M. Teijssen als gedelegeerde krachtens de
St'^Joseph30^nderwmswet in het bestuur der nijverheidsschool
l10° V|2-°rS"tel. vQrlenen van eervol ontslag aan de edelacht
bare heer J.L.P.M. Teijssen als lid van het burgerlijk armbestuur,
11 y°orsi::el to1: verlenen van eervol ontslag aan de edel-
|gM_bare heer J.L.P.M. Teijssen als ambtenaar van de burgerlijke
^.°^er discussie en hoofdelijke stemming worden aan de
edelachtbare heer J.L.P.M. Teijssen op de meest eervolle wijze
de gevraagde ontslagen verleend, onder dankbetuiging voor de
vele diensten in gemelde functies bewezen,
Voorstel tot vaststelling van de vergoeding 1951 voor de
onderwijzer*1'^e &an U"1*Q*~SC-11001 voor jongens verbonden vak-
slot ^on(^er ^L0°ldelijke stemming wordt dienovereenkomstig be—
13. Rondvraag.
Het did van SPAANDONK informeert naar de mogelijkheid van
het bouwen van goedkope woningen. Hij wijst er daarbij op, dat
men volgens hem bereikte berichten daarmee reeds doende is in
de gemeenten Rucphen, Zundert en Hoeven e.a.
Het lid PLEVIER ontvangt gaarne omtrent onderstaande
punten informaties:
1* de stand van zaken betreffende de voorgenomen plannen voor de
bouw van een hal ten behoeve van het atelier Benedictus:
2. de woningbouw langs de Eikenlaan;
3. de richtlijnen, welke burgemeester en wethouders bij de toe
wijzing van woningen hanteren.
Voorts dringt dit lid aan op het tijdige ter inzage leggen
van de raadsstukken, zomede de convocaties aan derden pas toe te
zenden, nadat de raadsleden deze hebben ontvangen.
De VOORZITTER antwoordt, dat al het mogelijke door burge
meester en wethouders wordt gedaan voor de bouw van allerlei
soorten woningen. De woningbouw, waarop het lid van Spaandonk
doelt, moet uitgaan van particulieren. Mochten derden plannen
hebben, dan kunnen zij ten volle rekenen op de steun van het ge
meentebestuur. Voor publicatie zal, voor zover nodig, worden
gezorgd.
Hij zegt vervolgens toe de raadsstukken voortaan tijdiger
ter inzage te leggen. Omtrent de toezending der convocaties voor
de raadsvergaderingen merkt hij op, dat deze gelijktijdig èn aan
de leden èn aan de pers worden toegestuurd. Naar sprekers oordeel
is hiertegen geen gegrond bezwaar aan te voeren.
Ten aanzien van de andere door het lid Plevier gestelde
vragen deelt de voorzitter mede, dat hij hierop zal antwoorden in
besloten zitting, welke onmiddellijk daarna wordt gehouden.