de aanvrage ex
-11 Unnra+Pi +.n+. het verlenen van medewerking op de aanvrage ex
.^-T-ppr.-^derwiiswet 1920 van het pensionaat swmna
ten beTïöë^i^ande^eis^s--
hreruitvoorr-"
vloeiende wi.iziging der gemeentebegroting 1931.
12. Voorstel tot het verlenen van medewerking op de aanvrage ex
Q-r-h-iicpl 81 der la ge r- onde rwi j swe t 19^0 van het instituut
i -iT-cn HP."hnnLmeubeien ten behoeve van de externe
hierurlvuort-
vloeiende wi.iziging der gemeentebegroting 1931.
1^ Voorstel tot vaststelling der exploitatievergoeding, bedoeld bij
p-p-mVpI 103 der ha ge r-onde rwi .1 swe t 19^0 en van de voor ^ergoed^^f
'in aanmerking komende uitgaven over 1930 voor de 0ij)zondere schol
voor G.L.O. en U.L.O.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
conform bovengenoemde voorstellen besloten.
Voorstal tot verpachting van het genot Tan de jacht op de bos-
;-i' „«v, a^pr.r.onViorc pn Manie Farm voor de j ar en 1951,e*1
complexen Scherpenber
1954.
Het lid GEERTS heeft bij de inzage der stukken gezien, dat er
ook een andere gegadigde is. In het prae-advies wordt hierover niet
gesproken. Hij vraagt zich af of betrokkene nu niet m de gelegen
heid moet worden gesteld om in te schrijven,
He VOORZITTER antwoordt, dat burgemeester en wethouders bij de
be'éindiging van het jaohtrecht van de huidige pachters twee wegen
Vnnflp-n hpwandelen De eerste is opnieuw verpachten aan de tegen
woordige pachters"en de tweede het houden van een openbare inschnj-
viM Daar de iacht aan de oude pachters slechts voor 3 jaren was
gegund kwam het burgemeester en wethouders redelijk voor ^et
iachtrecht niet direkt weer aan andere gegadigden toe te wijzen.
Het verzoek van de heer Vergouwen doet niets af aan de gedach engang
die burgemeester en wethouders hebben geleid tot het
Het lid GEERTS verklaart zich voorstander voor het houden van
een openbare inschrijving en wil daarna de beslissing aan b^ge-
meester en wethouders overlaten. Zij kunnen bij de gunning v
personen uitsluiten, die naar hun oordeel daarvoor nxet in aanmer-
king komen.
De VOORZITTER acht dit voorstel min of meer tegenstrijdig. Bij
openbare inschrijvingen is het voorts een goede gewoonte het
jachtrecht aan de hoogste bieder te gunnen.
Het lid GEERTS poneert, dat men toch eisen kan stellen, waaraan
de eventuele pachter behoort te voldoen.
De VOORZITTER is het eens met de vorige spreker, doch merkt
tevens op, dat in de praktijk het stellen van bepaalde eisen
dikwerf op bezwaren stuit. Spreker vraagt echter wat de andere
leden over het voorstel van het lid Geerts denken.