V; VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD op Donderdag, 11 Januari 1951 des avonds om 18,00 uur. Aanwezig: de leden M.A. van den Bosch, J.A.JvP. Kei;), H.M. Rubbens,1 A.C. van der Smissen, E.J. Veeke, M.J. Verhei jen, N.Vissenberg, J.A.P.M. van Spaandonk en B. Burgers. Afwezig:de leden J.Jv Plevier, P.O. van Loon, C.A. van Oosterhout, Het lid Geerts komt tijdens de rondvraag ter vergadering. Voorzitter: J.L.P.M. Teijssen. Secretaris: J.E. van Hoek. 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering met gebed, 2. Inleiding door de heer Ir. Bongaerts over de plannen be treffende de uitbouw der huidige riolering tot een gesloten stelsel met centrale "lozing en zuivering van het afvalwater. De voorzitter verleent aan de heer Ir. Bongaerts het woord voor zijn uiteenzetting. De spreker schetst in korte trekken de huidige riolerings toestand. De ligging van Oudenbosch op een heuvel verklaart de diverse lozingspunten in een kring rond de gemeente. Door de groei van de bebouwingskernen, zowel wat dichtheid als groott© betreft, en de voortschrijdende industrialisering worden steeds meer eisen gesteld aan de riolering, die daarop niet is berekend. Ook de landbouw en de hygiëne stellen hogere eisen dan voorheen. Van agrarische zijde is het vooral het belang, dat de openbare wateren niet 41 te zeer verontreinigd worden met het oog op de drenking van het vee. De hygiëne vereist een snelle en afdoende wegvoer van rioolwater. Het zal dus nodig zijn, aldus spreker, dat het afvalwater wordt gezuiverd. Hieruit volgt, dat er één lozingspunt moet zijn. In dit geval kan worden volstaan met één reinigings installatie In het plan is de plaats dezer installatie gedacht nabij de haven, ten oosten van de dijk en wel 100 m. ten noorden van de Kaaiweg. De factoren, die geleid hebben tot gemelde keuze, zijn o.m. de terreinhelling en de grootte van het ontvangende water. De zuivering kan zijn geheel of gedeeltelijk. De beheerder van het ontvangende water, i.e. het heemraadschap De Mark en Dintel zal uiteindelijk bepalen de eisen, welke aan de zuiverings inrichting moeten worden gesteld. Als adviserende instantie treedt op het rijksinstituut voor de zuivering vah afvalwater (R.I.Z.A.). In het ontworpen plan is uitgegaan van een gedeeltelijke reiniging, nl. de mechanische. Deze wijze van zuivering beoogt de nivelering van het grove vuil. Daartoe wordt een bezinkings- bak met een breed dwarsprofiel, de zg. Imhof-tank, gebouwd, waarin door remming van de stroming alle niet opgeloste faecali- en tot bezinking worden gebracht. De biologische zuivering gaat verder en haalt er ook uit de opgeloste faecaliën. •N 4

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1951 | | pagina 1