Bij de mededeling van de opbrengst wegens in 1948 en 1949 verleende ventvergunningen deelt het lid van SPAANDONK mede, dat de door afdeling 2 gestelde vraag tot strekking had, enig inzicht te verkrijgen in de omvang van het venten. Volgens de spreker ondervindt een deel van de ingezetenen hiervan schade. Hij dringt aan op beperking. Het lid van der SMISSEN vraagt, wat de oorzaak is van de sterke stijging der verleende ventvergunningen over 1949 ten opzichte van 1948. De voornaamste- oorzaak zal zonder twijfel zijn de ruimere beschikbaarstelling van goederen. Aangezien ook de plaatselijke middenstand ruimer wordt bevoorraad dan voorheen, is het niet nodig, dat het aantal verleende ventvergunningen wordt uitgebreid ten be hoeve van een gezonde concurrentie. Sprekers bezwaar richt zich voor namelijk tegen de zg. vliegende winkels. In vele gevallen venten deze met minderwaardige goederen. In zulke gevallen zou hij gaarne zien, dat de afgifte van een ventvergunning wordt geweigerd en zulks in het welbegrepen belang van de ingezetenen. De VOORZITTER antwoordt, dat de bepaling omtrent de af gifte van ventvergunningen een voorschrift is van openbare orde. Daarbij mag niet de bedoeling voorzitten om de bevoegdheid tot het al of niet verlenen van vergunningen te hanteren als een middel tot bescherming van de plaatselijke middenstand. Spreker kan zich niet precies herinneren met welke goederen voornamelijk wordt gevent. In de afgelopen week heeft hij 2 ventvergunningen verleend. Het betrof hier het venten met vloermatten en kunst bloemen. Het lid van der SMISSEN verduidelijkt nogmaals zijn ziens wijze dat het niet zijn bedoeling is uiteindelijk te komen tot een algeheel ventverbod. In dit verband wijst hij er op, dat er geen enkel bezwaar is tegen de afgifte van ventvergunningen aan invalide personen. Zijn grootste bezwaar richt zich tegen het venten met goederen van slechte kwaliteit, o.a. fruit. De VOORZITTER zegt de bedoeling van het lid van der Smissen te hebben begrepen. In het laatste geval kan men niet spreken over een bonafide handel. Hij zegt toe in de toekomst aan de naar voren gebrachte bezwaren aandacht te zullen schenken. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot goedkeuring van de begroting 1950 van het algemeen burgerlijk armbestuur De eindcijfers dezer begroting bedragen: Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot vaststelling van de ontwerp-begrotingen 1950_van het gasbedrijf, het bedrijf gemeente-werken, het woningbedrijf, de vee- en vleeskeuringsdienst en van de gemeente. De eindcijfers van gemelde begrotingen luiden als volgt: Gewone dienst Inkomsten Uitgaven J 25.836,23 25.836,23 Gasbedrijf 74.958,07 74.941x24 16,83 baten lasten Batig saldo

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1950 | | pagina 6