Deze organisatie zou ook kunnen pogen om het doorgedraaide
fruit ter beschikking van de arbeiders te stellen. Hij adviseert
tot slot burgemeester en wethouders om bij toewijzing van stand
plaats er op te letten, dat geen wagens worden gezet voor de
winkel van een concurrent.
He VOORZITTER zegt toe, dat met deze suggestie rekening zal
worden gehouden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
11. Voorstel tot hernieuwde vaststelling van het besluit dd.
21 April 1950 tot verhuur van grond langs de Bornhemweg aan
A.J. Akkermans, St. Elisabethstraat 1 en de gebroeders van Caam
St. Annastraat 24.
Het lid RUBBERS zegt, dat hij in de vergadering van
21 April de opmerking heeft gemaakt, dat de pachtsom nogal hoog
was. Daar echter bij een bedrag van 200,- per H.A. ook wel een
redelijke winst is gewaarborgd, is hij uiteindelijk met het
voorstel accoord gegaan. Een bedrag van 100,- per H.A.
komt hem echter te laag voor. Dit temeer nu vanwege verpachtster
gezorgd is voor een afrastering. Hij kan zich wel verenigen met
de door de grondkamer voorgestelde pacht, mits de pachters bij
dragen in de kosten van de afrastering. Volgens hem zijn de
schatters ter plaatse niet goed georiënteerd. Het gaat hier om
tuinbouwgrond en niet om akkerland. Het was echter beter tevoren
met de schatters tot overeenstemming te komen. Men kan nu nog
wel in beroep gaan bij de centrale grondkamer in Arnhem, doch
gezien de geringe pachtsom tbs het verstandig niet veel kosten te
maken.
De VOORZITTER acht de eerst vastgestelde pacht wel redelijk.
Het betreft hier grondsoort, welke bij uitstek geschikt is voor
het kweken van klein plantsoen. Indien de grond uiteindelijk
verpacht moet worden tegen 100,- per H.A. dan is het billijk,
dat de betrokkenen in de kosten van de afrastering een bijdrage
verlenen, Mochten de pachters hiertoe niet genegen zijn, dan zou
alsnog de kwestie opnieuw bekeken kunnen worden. Eventueel zou
in beroep gekomen kunnen worden bij de centrale grondkamer.
Het lid GEERTS is het eens met de heer Rubbens, dat de
grond van uitstekende kwaliteit is. Deze verbetering is echter
het resultaat van jarenlang intensieve en ingespannen arbeid.
De vruchten van deze harde arbeid komen de werkers toe i.e. de
pachters. In het omgekeerde geval zou de eigenaar profiteren van
de arbeid van derden. Hij stelt daarom voor bij de vaststelling
van de pacht uit te gaan van een waarde van 100,- per H.A.
De VOORZITTER kan zich met het voorstel van het lidGeerts
verenigen, indien zijn voorstelling van zaken de juiste is, waarr
het lid Rubbens nog bepleit een bijdrage te vragen in de
kosten van aanleg der afrastering.
De VOORZITTER wil de betaling van de aanlegkosten der
afrastering geheel los zien van de pacht.
Het lid GEERTS betoogt, dat de afrastering gemaakt is met
het oog op de woningen, die aldaar gebouwd worden.
Tenslotte stelt de VOORZITTER voor het voorstel van
burgemeester en wethouders te aanvaarden, hetwelk in overeen
stemming is met de door de grondkamer vastgestelde waarde en
dat de kwestie van de betaling der kosten van de afrastering in
overleg met de gegadigden zal worden geregeld.
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.