Wat de samenvoeging betreft van de drie - nu nog gescheiden gedeelten - tot één kerkdorp onder één gemeentebestuur acht ik alleszins logisch. Waar reeds ongeveer twee derde van dit kerkdorp onder beheer van Rucphen staat en deze bevolking dus sterk is georiënteerd op bovengenoemde gemeente, is het ook logisch, dat St. Willebrord als kerkdorp in zijn geheel in het bestuur der gemeente Rucphen wordt opgenomen. Met de gemeente Hoeven is het enigszins anders gesteld. Overtuigend is voor mij, als raadslid, de mening van gedeputeerde staten, dat onze gemeente expansie-mogelijkheden geboden moeten worden, willen wij aan het gestelde doel van gedeputeerde staten om onze gemeente als industrie-centrum van West-Brabant te doen uitgroeien, beantwoorden. Door het aankweken van enig sentiment in de gemeente Hoeven-Bosschenhoofdwordt m.i, de rustige sfeer waarin zo een belangrijke zaak moet worden besproken, enigszins vertroebeld, Nog maar twee jaar geleden heeft Hoeven de toegang van Bosschenhoofd naar zijn gemeente ontsloten, voorheen was de communicatie tussen beide dorpen allerellendigst. De hoofdverkeersweg door Bosschenhoofd is eigendom van de gemeente Oudenbosch en ook in onderhoud bij deze gemeente. Door samenvoeging bij Oudenbosch kan Bosschenhoofd niets verliezen - wel winnen. Kerkdorp Bosschenhoofd blijft zijn eigen leven leven; zijn cultureel leven kan in eigen hand worden gehouden. Zijn tuinbouwers zijn georiënteerd op Oudenbosch; ik meen dat bijna alle landbouwers geïnteresseerd zijn bij de landbouworgani saties in Oudenbosch, Een groot aantal arbeiders werkt reeds op de nieuwe industrieën in onze gemeente en als de voortekenen niet bedriegen, krijgen wij binnen afzienbare tijd een her classificatie van onze gemeente, zodat de Bosschenhoofdse ar beiders dan gaan profiteren van hogere lonen, iets wat naar mijn bescheiden mening toch wel een belangrijk punt is voor de gezinnen der werknemers. Naast het voort blijven leven in eigen dorpsverband, met enkel en alleen een administratieve verandering, kan Bosschenhoofd niet anders dan voordeel behalen bij een eventuele samenvoeging met Oudenbosch. Bovendien moeten wij ons realiseren, dat binnen een tijdsbestek van een paar jaren de nieuwe wijk is volgebouwd; gevolg hiervan is, dat wij over gronden moeten beschikken, die geschikt zijn voor woningbouw. Deze gronden kunnen wij vinden vanaf Zwarthoofd, waar zelfs de gemeente Oudenbosch verschillende eigendommen heeft. Door deze gronden, die als cultuurgrond niet veel hebben te betekenen, om te zetten in een bouw-project voor woningen, kan het kerkdorp Bosschenhoofd niet anders dan in betekenis winnen en hierdoor - nogmaals gezegd, dat zij zelfstandig kerkdorp blijft - voordeel bij hebben. Kan Hoeven na deze amputatie nog een zelfstandige gemeente blijven? Mijne mening luidt: ja! Indien gedeputeerde staten nota hebben genomen van de mening van de gemeenteraad Etten-Leur om de Palingstraat en de Heul te voegen bij de gemeente Hoeven, krijgt deze gemeente een zielen-aantal van boven 3500 en kan dan, naar mijn mening althans, een zelfstandige gemeente blijven. Natuurlijk is het niet aan ons om te bewijzen, dat zij zelfstandig kan blijven, doch dit moet zij zelf doen.' Uit dit oogpunt bezien frappeert het mij, dat de actie tegen het voorstel van gedeputeerde staten alleen ligt in handen van een - zij het dan zeer actief - actie comité, terwijl wij zo bitter weinig horen van het gemeente bestuur van Hoeven zelf, dat toch in deze diligent moet zijn, Hoe het ook zij, indien mogelijk zou ik de gemeenteraad van Oudenbosch willen verzoeken aan de hand van bovengenoemde op lossing mede te willen werken tot behoud van de zelfstandigheid van Hoeven.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1950 | | pagina 40