De VOORZITTER deelt mee, dat in dit opzicht de provincie
reeds werkzaam is.
Het lid RUBBERS zegt, dat in verschillende provincies op
het gebied van de t,b.c.-bestrijding onder het vee reeds een
vaste regeling is getroffen. Zo wordt op diverse leverings
plaatsen uitsluitend t.b.c.-vrij vee toegelaten. In de provincie
Noord-Brabant echter is nog geen verplichte regeling getroffen,
doch berust een en ander op vrijwillige basis. De spreker
verwacht dat een verplichting tot het inenten van vee tegen
t.b.c. in deze provincie binnen één h twee jaar zal worden inge
voerd.
Hij is voorts van mening, dat in het bijzonder steun
dient te worden verleend aan kleine boeren. Met het oog hierop
stelt hij de volgende subsidieregeling voor:
2,50 per koe aan landbouwers, die een veestapel hebben van
minder dan 4 koeien;
2,- per koe bij een veestapel van minder dan 8 koeien en
1,50 per koe bij een veestapel van minder dan 12 koeien.
De VOORZITTER antwoordt, dat het betoog van het lid
Rubbens aan waarde verliest, indien men in acht neemt, dat
onder de aangeslotenen bij de fok- en contrölevereniging
Oud-Gastel en omstreken slechts één landbouwer is, wiens vee
stapel bestaat uit 2 koeien. Verreweg het grootste gedeelte
van bedoelde l£den bezit een veestapel, variërende van 5-10
stuks
Het lid GEERTS dringt nogmaals aan om aan de uitbetaling
van het subsidiebedrag de voorwaarde te verbinden tot het
verplichte inenten tegen t.b.c. Hierdoor wordt mede het gevaar
afgewend, dat niet t.b.c.-vrij vee uit de provincies, waar
wel bedoelde verplichting bestaat, wordt toegelaten op markten
in de provincie Noord-Brabant.
Het lid RUBBENS zegt, dat de koeien van de landbouwers,
die zijn aangesloten bij de melkfabriek te Hoeven, wel worden
onderzocht op t.b.c. Deze contröle gaat geheel uit van het
bestuur van genoemde fabriek.
Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders
aangenomen, in dier voege, dat de gehele veestapel van de
bij een fok- en contrölevereniging aangesloten landbouwer moet
zijn ingeënt tegen t.b.c., alvorens tot uitkering van het
subsidie zal worden overgegaan.
10. Voorstel tot verhuur der twee industriehallen langs de
ZeggewegT
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dienover
eenkomstig besloten.
11. Voorstel tot vaststelling ener regeling omtrent de toe
kenning van gratificaties bij ambtsjubileaT
Na voorlezing van het prae-advies vraagt het lid GEERTS
of de ambtenaren, die onlangs een ambtsjubileum hebben gevierd,
ook in aanmerking zijn gekomen voor een gratificatie.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
Het voorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
aanvaard.